Het geluk tot in de eeuwigheid

De Amerikaanse Jenny Offill (1968) geeft aan diverse colleges in Amerika les in creatief schrijven. En dat zul je in haar eigen werk merken ook. Gekkigheid, maar het is ietwat pedant wanneer je in het dankwoord van je tweede roman Dept. of Speculation, in het Nederlands verschenen onder de titel Verbroken beloftes, je redacteur bedankt omdat ‘haar bedachtzame aantekeningen dit boek nog zo veel beter hebben gemaakt.’ Ach, de schrijfwereld is een Umfeld waarin bij uitstek twijfelaars rondrennen en het is een verademing als iemand blaakt van zelfverzekerdheid. Of net doet alsof. Want voor het voorliggende boek is zeker veel moed nodig.

Offill heeft haar tekst tot op het bot uitgebeend. Je kunt eigenlijk zeggen dat ze hele hoofdstukken heeft teruggebracht tot een enkele zin. Alles wat de hoofdpersoon – in de loop van de tekst, wanneer ze ter zelfbescherming uit zichzelf treedt, eenvoudigweg aangeduid met ‘de echtgenote’ – beweegt, komt ogenschijnlijk associatief aan bod. Verbroken beloftes doet sterk denken aan De gewichtlozen van de jonge Mexicaanse schrijfster Valeria Luiselli (1983). Beide werken zijn behoorlijk genrevrij – of zouden zo u wilt tezamen de grondleggers van een nieuw genre genoemd kunnen worden: een structuur vol met gaten, zodat het altijd mogelijk is om de pagina te bewonen, eerder in de witregels dan in de inkt – en handelen vanuit de optiek van de nog niet zo lang getrouwde, van huis uit getormenteerde, schrijvende vrouw met een echtgenoot die in alles een tegenpool is.

verbroken beloftesIn beide gevallen zie je de dagelijkse werkelijkheid van de hoofdpersoon desintegreren, terwijl ze doende zijn om het leven te (her)construeren, te herschikken, te herschrijven. De echtgenote in Verbroken beloftes is vol goede moed, om niet te zeggen jeugdige naïviteit, begonnen aan een intense relatie. Een huwelijk, een kind en dan het geluk tezamen tot in de eeuwigheid. Haar ‘scheve hart’ zal gered worden door een ander mens, daar was ze van overtuigd. Of dat heeft ze zichzelf eerder wijsgemaakt.

Langzaam sluipt bij haar het besef binnen van de onvolmaaktheid. De liefde maakt nu eenmaal niet compleet. Wanneer duidelijk is dat dat onoverkoombaar is, kan het nog altijd leiden tot enige voldoening, een werkbare patstelling, een provisorisch bouwwerk. Maar zo ver is het bij haar nog niet. Ze wil meer, wil stante pede intensiteit van universeel formaat. En waarom ook niet?!

Een kunstmonster had ze willen worden, geen echtgenote die voor het eten zorgt en de poepluiers verschoont. Iemand die zich uitsluitend met kunst bezighoudt. Nabokov klapte immers zelfs zijn eigen paraplu niet in en de postzegels werden door zijn vrouw Vera gelikt.

Offill gebruikt stukjes tekst van om en nabij een alinea lang, ribben waarmee ze een skelet vormt dat door de lezer zelf is te voorzien van weefsel. Het boek geeft rust, verlangt van de lezer eerder tijd dan discipline. Je kunt bij een stukje bot stil blijven staan. Stilstaan, niet er tekstueel aan blijven hangen. Emotioneel en filosofisch is dit werk heel erg sterk. Proza in roerende zeer, zeer korte verhalen.

Over het enigszins (zelf)destructieve karakter van de echtgenote:

Die avond zag ik op tv de tatoeage waarvan ik zou willen dat ik een leven had geleid dat die tekst zou rechtvaardigen. Als je nooit leed hebt gekend, kies dan voor mij. Een Russische moordenaar was me voor geweest.

Over een eerste verloren liefde, een alcoholist:

Deze jongen was zó mooi dat ik naar hem keek als hij sliep. Als ik moest opsommen wat hij met me deed, zou ik het volgende zeggen: door hem zong ik alle slechte liedjes op de radio mee. Niet alleen toen hij van me hield, maar ook nog toen het voorbij was.

Over het jachtige leven, voornamelijk in de Westerse wereld:

Volgens boeddhisten zijn er 121 stadia van bewustzijn. Slechts drie daarvan gaan gepaard met ellende of lijden. De meesten van ons bewegen zich tussen deze drie stadia.

Bam. De vrouw zit thuis met het kind terwijl de man naar zijn werk gaat. Hij is nuchter, doelgericht, tevreden met de status quo. Hij is ‘de hersteller’, zij de ‘kapotmaker’. Zij worstelt met een roman, is daarnaast onvrijwillig redacteur voor een rijkaard met een ‘geweldig’ boekidee en geeft les. Maar zelden tot haar bevrediging, want ze heeft het idee dat ze niemand iets kan leren. Vindt dat ze zelf nog in een van de eerste leerstadia is. De baby krijst haar gedachten weg. Heel grappig: wanneer ze in de metro een blondje hoort zeggen dat ze geslapen heeft als een baby, wil ze een uur of vijf naast haar liggen om in haar oor te schreeuwen. De dagen zijn voor de vrouw vaak lang en uitzichtloos. Wanneer haar man bij het avondeten vraagt hoe háár dag was, dient ze een anekdote vanuit het niets te fabriceren.

De man is lief, op het irritante af. Hij gelooft in het goede van de mens, terwijl de echtgenote lijstjes maakt van elke willekeurig mens die haar kwaad maakt. En daar is, hoe herkenbaar, maar weinig voor nodig. De man is geen heilige. Hij begrijpt haar niet echt, zoekt het bij een wat makkelijker, en veel jonger type, en zet daarmee het huwelijk op scherp, alsof het eigenlijk al niet vanaf het begin onevenwichtig was. Offill laat mooi zien hoe omzichtig mensen in een relatie met elkaar omgaan. Hoe de oprechtheid afbrokkelt. Dat oprechtheid eigenlijk eerder een grote uitzondering is dan regel. Wie durft zich werkelijk helemaal te laten zien. Als de twee tenslotte uit elkaar gaan, komen de verschillende (kleine) waarheden ineens boven tafel. Dan vervalt de omzichtigheid.

Toen we elkaar leerden kennen droeg hij een bril die hij al vijftien jaar had. […] Vroeger smeedde ik plannen om die bril stiekem kapot te maken, maar pas toen hij met een nieuwe thuiskwam vertelde ik hoe verschrikkelijk ik zijn vorige bril vond. Het zal ongeveer een jaar later zijn geweest dat ik mijn pony liet groeien. Toen hij eindelijk weg was, zei hij: ‘Ik heb eigenlijk altijd al een hekel aan pony’s gehad.’

Verbroken beloftes herbergt een wereld van beschouwelijke weldaad, doorspekt met gelezen boeken, tot op de essentie uitgebeende filosofieën en reflecties. ‘Als je genoeg hebt van alles wat je bezit, stel je dan eens voor dat je al deze dingen niet meer hebt.’ Met dank aan de stoa. Deze roman is eigenlijk één groot gedachte-experiment. Het knappe is dat de kennis niet geëtaleerd overkomt, dat het geheel natuurlijk, in de zin van organisch, is weergegeven. De roman is ontroerend, grappig, intens, diepzinnig, zelfkritisch, suggestief, functioneel, kwetsbaar en sterk tegelijk. Een boek dat je beslist moet ondergaan, maar toch heb je na afloop van deze roman even behoefte aan een rasverteller, bijvoorbeeld Marina Stepnova in De vrouwen van Lazarus.

Guus Bauer

Jenny Offill – Verbroken beloftes. Vertaald door Roos van de Wardt. De Geus, Breda. 190 blz. € 18,95.

Koen Schouwenburg besprak vorig jaar de Amerikaanse editie van het boek.