Tegelijk waar en niet-waar

Redacteur Katja Ouwehand heeft de stokoude schrijver Winter onder haar hoede. Winter is de enige overlevende van de Grote Vier, de belangrijkste schrijvers van na de oorlog. Als deze man, ‘het blonde biseksuele beest van de Nederlandse literatuur’, nu eindelijk zijn memoires zou schrijven, dan zou dat heel erg goed zijn voor het voortbestaan van de uitgeverij waar Katja werkt.

Winter in Amerika van Rob van Essen gaat over de literaire wereld en de werking van fictie, maar het is geen elitaire roman geworden. Daarvoor heeft het verhaal te veel vaart en ook te veel humor. Katja kent het klappen van de zweep al vindt ze al die moderne fratsen om literatuur onder de aandacht te brengen een beetje te ver gaan in tegenstelling tot haar jeugdige, ietwat naïeve stagiaire die op een literaire avond is geweest waarop schrijvers met een kanon naar een luchtkussen waren geschoten. Als Katja oppert dat ze in het vervolg schrijvers zonder parachute uit een vliegtuig moeten gooien, bemerkt ze de generatiekloof.

Ze was een beetje soft, die nieuwe generatie. Ironie bestond voor hen uit een kanon en een luchtkussen. Uitvergroot kinderspel. Aan scherpe opmerkingen sneden ze zich.

De hoofdmoot van de roman gaat over de dunne scheidslijn die bestaat tussen fictie en werkelijkheid en dat die twee werelden parallel aan elkaar kunnen lopen. Als Katja in het oosten op bezoek gaat bij Winter worden er juist tv-opnamen gemaakt voor een doktersserie. Het dorp fungeert als het ideale decor en daarmee is de werkelijkheid tegelijkertijd fictie. Dat gegeven komt voortdurend terug en het wordt absurdistisch als Katja bij een oude studievriend op bezoek gaat. Bij hem woont een breiende vrouw in huis die op bijeenkomsten mensen een tik kan geven tegen de kaak waardoor ze neergaan en tot inzichten komen. As Katja zich ook aan deze methode onderwerpt dan krijgt ze een verhelderend inzicht

Wanneer denkbaar was dat de dingen tegelijk waar en niet-waar konden zijn, A en niet-A, op hetzelfde moment en in dezelfde hoedanigheid, bestond de kans dat ons denken zich kon omvormen tot iets wat de wereld op een heel andere manier kon omvatten dan we tot nu toe gewend waren.

Rob van Essen laat in zijn oeuvre vaker mensen een andere wereld binnenlopen, bijvoorbeeld in de ernstige roman Alles komt goed waarin een man na een ongeluk terechtkomt in een huis met vreemde bewoners. In Winter in Amerika houdt hij de toon luchtig en maakt hij de gebeurtenissen merkwaardiger. Na afloop blijf je met allerlei vragen zitten, alsof je zelf een tijdje in een wonderlijke wereld hebt vertoefd en er niet goed uit kunt komen.

Coen Peppelenbos

Rob van Essen – Winter in Amerika. Atlas Contact, 224 blz. € 19,99.

Deze recensie verscheen in iets kortere vorm eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 15 september 2017.

Lees ook de recensie van Guus Bauer over dit boek.