Inconsistent maar levendig

De leden van de Bloomsbury Groep hebben bijna mythische proporties aangenomen. Het getuigt van durf om dan een boek voor jongeren te schrijven, waarin Virginia Woolf, T.S. Eliot en Lady Ottoline Morrell figureren alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Rindert Kromhout heeft als verteller van zijn roman Soldaten huilen niet Quentin Bell gekozen, de neef van Virginia Woolf. Zijn broer Julian is de andere hoofdpersoon. Het contrast tussen de broers is groot: Julian is geïnteresseerd in politiek en bekijkt  zijn familieleden met een kritische blik, Quentin is veel zachtaardiger en minder opstandig. Centraal in de roman staat Charleston, het huis in Sussex waar de twee broers met hun zusje Angelica, hun moeder Vanessa Bell en haar partner Duncan Grant wonen. Duncan Grant is de vader van Angelica maar dat komt pas later aan het licht. Duncan is homoseksueel en heeft bijna elk jaar een andere vriend. Het lukt de schrijver wonderwel om dit bijzondere gezinsleven door de ogen van Quentin te beschrijven en de lezer te overtuigen. Quentin is een innemende verteller, laconiek, geestig en niet te benauwd om zijn twijfels en mislukkingen te delen. De sterke band die hij met zijn broer heeft overtuigt doordat ze niet alleen samen allerlei dingen ondernemen maar het soms ook hartgrondig met elkaar oneens zijn. Virginia Woolf wordt door Kromhout vooral ingezet als de bijzondere tante, die Quentin adviseert bij zijn schrijfexperimenten. Het boek is nergens gewichtig of intellectueel, zoals je bij dit gezelschap al gauw zou verwachten. De grote tragedie in het boek, de dood van Julian, wordt bijna laconiek beschreven.  Alleen als Kromhout over de opkomst van het fascisme schrijft wordt hij opvallend didactisch, waardoor de natuurlijke schrijfstijl van Quentin verstoord wordt.

Ook al wordt het vaak ontkend, de leden van de Bloomsbury Groep waren zeer in politiek geïnteresseerd. In de Eerste Wereldoorlog weigerden de mannelijke leden principieel dienst.  Hoe ze in de dertiger jaren op het fascisme in Europa moeten reageren is een zaak die in deze roman tijdens etentjes in Charleston vaak aan de orde komt. Julian moet niet veel hebben van al dat gepraat, hij kiest voor actie en vertrekt naar Spanje om daar tegen Franco te vechten. Al na een paar weken komt hij om als zijn eenheid  getroffen wordt door een bom. Hoewel Quentin zich goed probeert te houden (‘soldaten huilen niet’) is het idyllische leven in Charleston voorbij.

Voor zijn boek heeft Kromhout bestaande figuren gebruikt. Ook het grootste deel van de gebeurtenissen in het boek is gebaseerd op de werkelijkheid. Kromhout heeft in de roman een kunstgreep toegepast, die voor kenners van de Bloomsbury Groep verwarrend werkt. De echte broers Julian en Quentin zijn in 1908 en 1910 geboren. Als Kromhout zijn verhaal begint, in het jaar 1925, zijn ze in de roman nog maar tien en acht jaar oud. Kromhout wilde voor zijn boek waarschijnlijk een jonge hoofdpersoon, die onbevangen de gebeurtenissen observeert. Gek genoeg heeft hij de volwassenen wel hun werkelijke leeftijd laten houden en gebruikt hij verder de correcte   jaartallen. In de roman is Julian nog heel jong als hij naar Spanje vertrekt en begint hij onbezonnen aan dat avontuur. In werkelijkheid was hij bijna dertig en heel wat wereldwijzer voor hij tot zijn keuze kwam. Wie de werkelijke situatie kent (en Kromhout moedigt dit aan, hij heeft een uitgebreide literatuurlijst opgenomen) raakt hierdoor afgeleid en gaat steeds meer letten op inconsistenties. Dat is  jammer, want Kromhout is het ondertussen wel gelukt een levendig boek te schrijven dat de leden van de Bloomsbury Groep recht doet.

Doeke Sijens

Rindert Kromhout – Soldaten huilen niet. Leopold, Amsterdam. € 14,95.