In het zaaltje bovenin museum De Hallen zit een vrouw hardop lachend te kijken naar het grote scherm voor zich. Godfried Bomans houdt een lezing waarin hij alle hoogtepunten van Nederland heeft genoemd: het Drielandenpunt, maar ook Joseph Luns. Hoe lang zouden mensen nog om zo’n grap kunnen lachen? De tentoonstelling waarmee de Haarlemse schrijver ruim wordt geëerd, zou ook wel eens de laatste kunnen zijn die aan hem gewijd wordt.

De schrijvende leden van Teisterbant in 1957 geportretteerd door Lili van Cleeff. V.l.n.r. Harry Mulisch, Godfried Bomans, Harry Prenen, Barend Rijdes, Ton Neelissen en Harriët Laurey.

De meeste mensen van boven de veertig kennen Godfried Bomans (1913-1971)  nog wel van zijn cabareteske optredens voor radio en tv. In de jaren zeventig hadden veel mensen platen van hem in huis. ‘Problemen verdwijnen waar de Kopstukken verschijnen.’ Op een dilemma moesten panelleden komisch improviseren en Bomans had met zijn perfecte gevoel voor timing schijnbaar moeiteloos de lachers direct op zijn hand, maar kon evenzogoed door een kleine modulatie in zijn stem overstappen naar een ernstige opmerking.

De humoristische kant van Bomans is altijd overbelicht geweest, zijn door Carol Voges geïllustreerde strip over Pa Pinkelman en tante Pollewop is daar een voorbeeld van, en zelfs Erik, of het klein insectenboek kun je niet tot de zware literatuur rekenen. Dat is niet erg, maar aan Bomans is altijd de tragiek blijven hangen dat hij niet in staat was tot een grote, ernstige literaire roman. Op het eind van zijn leven, na een desastreus verlopen week op Rottumerplaat leek er een ommekeer te komen. Op het eiland was hij geen clown meer, maar een eenzame, hulpeloze man die het gevecht met de elementen, maar vooral zichzelf aan moest gaan.  Nadat hij aan een hartaanval bezweken was, vond men een manuscript van een Slavenroman die speelde in de 19e eeuw en waaraan Bomans in de oorlog was begonnen. Dat boek heeft hij nooit heeft afgemaakt.

Museum De Hallen heeft echt alles uit de kast gehaald om er een mooie overzichtstentoonstelling van te maken. Alle kanten van Bomans worden belicht, ook zijn katholicisme (kan het ook anders in de schaduw van de Sint Bavo) en zijn omgang met andere kunstenaars (waaronder veel schilders). Zelfs de bijbehorende gratis krant bij de tentoonstelling is de moeite waard met een interview met L.H. Wiener en de laatste Bomans die nog in leven is, zuster Borromee die inmiddels al honderd is en een wandelroute langs Bomansplekken.

En toch, en toch: op de tentoonstelling was ik (45 jaar) veruit de jongste. Ik kon erg genieten van het gesprek dat Mies Bouman met Bomans heeft en dat continu herhaald wordt. Negentien minuten duurt het gesprek en Bomans formuleert afgewogen en bij vlagen erudiet, maar in het huidige televisietijdperk zou hij in een talkshow als De Wereld Draait Door nooit het einde van een zin halen. Dat is wel een treurig besef.

Coen Peppelenbos

De tentoonstelling is nog te zien tot en met 5 september in De Hallen, Grote Markt 16 in Haarlem. Geopend van dinsdag t/m zaterdag van 11:00 – 17:00 uur, zon- en feestdagen 12:00 – 17:00 uur.

[youtube]https://www.youtube.com/watch?v=K4PGea6-Df4[/youtube]