voor Gerrit Komrij

Vingt lithographies pour un livre que j’ai lu (1945) is een naamloos boek – maar vroeger of later wordt een tekst of kunstwerk vanzelf toegeschreven aan iemand, soms zelfs twee iemanden (Wilhelmus). De homo-erotische teksten in Vingt lithographies zijn grotendeels afkomstig uit het werk van Jean Genet. De twintig bijpassende litho’s, waarvan de braafste matrozen en stoere jongens in strakke broeken tonen, worden toegeschreven aan Roland Caillaux, een betrekkelijk onbekende Franse kunstenaar. Een man zonder jaartallen, die bijrolletjes had in Franse speelfilms. Hij was sergeant in Jean Renoirs Tireau flanc en fietste voorbij in de Franse remake van Let us be gay. Niet grappig.

Eén van de 115 gedrukte exemplaren van dit zeldzame cult-boek belandde bij Faan Nijhoff, de homoseksuele zoon van de dichter. Charles Hofman vertelde me aan het eind van een Haagse avond dat Hans Warren hem eens meetroonde naar het landhuisje van Martinus Nijhoff in Biggekerke, waar toen al de gewezen (tot op heden onbewezen) biograaf Andreas Oosthoek bivakkeerde. ‘Yes, dacht ik toen ik de hal binnenkwam. Daar hingen, ingelijst en wel, de beroemde prenten van Caillaux. De aanblik van die mooie jongens maakte de reis over het eentonige Noord-Beveland op slag goed.’

De dichtstbijzijnde bibliotheek die over een exemplaar van Vingt lithographies beschikt staat in Austin, Texas. Zelfs de prestigieuze Bibliothèque national de France ontbeert dit boek. In december 2009 bracht het boek op een Parijse veiling € 3600 op. De herdruk uit 1996 zal goedkoper zijn, maar in een pocket kan geen jongeheer tot zijn recht komen.