Een requiem voor een gestorven liefde

Luna heet in het echt geen Luna. In dit boek heb ik het verhaal van haar en mij opgeschreven zoals ik het mij herinner en zoals ik het heb beleefd, met alle onvolkomenheden van dien. Andere betrokkenen hebben misschien andere herinneringen en belevingen. Dit is mijn versie.

Op een trouwerij leert de journalist Joris een jonge vrouw, het zusje van de bruid, kennen. Hij vindt deze Luna mooier dan Uma Thurman en dat wil heel wat zeggen. Joris en Luna worden smoorverliefd maar hun liefde is vanaf het begin gedoemd te mislukken. Luna krijgt het namelijk, ondanks alle goede bedoelingen van mensen die haar liefhebben, niet voor elkaar van de drank en de drugs af te blijven. Joris probeert Luna wel te helpen maar hij krijgt geen grip op de grillen van zijn briljante doch verslaafde vriendin en hij stort zich meer en meer op zijn journalistieke klussen.

Acht jaar later gaat Joris terug naar de plaats delict: een duur grachtenpand in Amsterdam. Nog eenmaal probeert hij, door zich te verdiepen in deze bizarre periode uit zijn leven, boven tafel te krijgen wat voor vrouw Luna was. Is zij eigenlijk in de basis een hele lieve vrouw, of was de lieve Luna alleen maar een van haar vele persoonlijkheden?

Het zusje van de bruid is te beschouwen als een requiem voor een gestorven liefde. De geliefde is dan wel niet dood, maar haar persoonlijkheid bestaat niet meer, zoals de auteur het zo treffend verwoordt. Luna is en blijft spoorloos aan het eind van het boek. Joris kan vervolgens deze periode van zijn leven voorgoed afsluiten: ‘Je moet het zelf weten, Luna,’ schrijf ik op mijn computer. ‘Als jij het zo wilt, prima. Maar op een dag sta ik aan je graf en huil ik om alles.’

In het schrijven van een door en door persoonlijk verhaal als Het zusje van de bruid schuilen natuurlijk de nodige gevaren. Boeken die ‘over de rug’ van bestaande mensen geschreven zijn, vallen vaak niet in goede aarde. Denk maar aan alle discussies die gevoerd zijn over Komt een vrouw bij de dokter van Kluun. Natuurlijk is het een schrijnend verhaal dat Van Casteren opgeschreven heeft, maar hij schildert Luna ondanks haar grensoverschrijdende gedrag steeds heel liefdevol af. Ook laat hij perfect zien dat het lijntje tussen wel of niet verslaafd zijn verbazingwekkende dun is. Joris gaat gedurende het boek minder en minder drugs gebruiken en zo krijgt hij zijn leven langzamerhand op orde. Luna zinkt daarentegen dieper en dieper in de ellende weg.

Van Casteren heeft wel de neiging om alle overige personages als karikaturen neer te zetten. Vooral de ouders van Luna moeten het wat dat betreft ontgelden. Zo roept haar vader, consequent omgeschreven als de Shell-directeur, het hele boek door: ‘Er wordt hier niet gedronken’, om vervolgens toch maar wat dure flessen open te trekken. De moeder van Luna is vooral bekwaam in het koken van Burek en in het gelijk geven van haar dochter. Ook andere personages als de gravin, de dochter van de filosoof, de oudere vrouw en het lieftallige meisje uit Lelystad worden steevast op deze wijze geanonimiseerde wijze weggezet.

Maar Het zusje van de bruid gaat natuurlijk voornamelijk om het mislukken van een grote liefde en het desastreuze verval van Luna. Van Casteren weet op een intrigerende en ietwat journalistieke manier weer te geven dat het geluk voor de zeer getalenteerde Luna voor het oprapen ligt, maar dat het haar als een moderne Eline Vere niet lukt dit geluk te grijpen. En daarmee behandelt Het zusje van de bruid een oud thema in een moderne, autobiografische jas.

Cilla Geurtsen

Joris van Casteren – Het zusje van de bruid, Prometheus, Amsterdam. 224 blz. € 17,95.