Vlak

Een jongeman raakt geïntrigeerd door een prostituee. Hoewel Janwillem Slort in Terwijl jij slaapt zelf expliciet verwijst naar de roman Vals licht uit 1991 van Joost Zwagerman, waarin eveneens een jongen geobsedeerd raakt door een meisje van lichte zeden, wil deze debuutroman maar niet origineel worden.

Hoofdpersoon in deze roman is Xander. Xander Hemelrijk. Hij is dertig en acteert. Samen met zijn vriendin Elise woont hij in het centrum van Amsterdam, in een mooi appartement van zeshoog dat ze Het Hemelrijk noemen. Ja, ja. Pais en vree. Binnen dertig pagina’s hebben de twee dan ook al seks. Dat hebben ze trouwens iedere vrijdag, laat de verteller ons even weten. Hoe moeilijk het is om een goede seksscène te schrijven, blijkt wel uit het volgende citaat:

Als Xander Elises borsten streelt, voelt hij haar huid niet verwijl hij haar streelt. Hij voelt haar niet, niet nu. Hij laat zien hoe het ooit is gegaan. Xander en Elise zijn van de wereld waarvan het nú al lang geleden vastlag. Ze hoeven niets nieuws te doen, niets te verzinnen, niets te ondernemen; met deze vrijpartij bevestigen ze hun leven. En als ze zich overgeven aan de mechanische bewegingen in een vast ritme, met Elise bovenop, ervaren ze al die herkenning als geluk. Ze zijn tevreden. Het is vrijdagavond in Het Hemelrijk.

Mechanische bewegingen. De neukende mens als machine. Het paradijselijke leven van Xander verandert in de hoofdstukken daarna. Hij krijgt namelijk de vraag of hij wil meespelen in het toneelstuk Terwijl jij slaapt van de regisseur Walter Godefried. Hij accepteert de rol. Alleen: het stuk blijkt naakt gespeeld te worden.

Jammer is dat Slort vervolgens geen originele beschrijving van het toneelgezelschap weet te gegeven. Het is een beeld van de toneelwereld zoals velen die voor ogen hebben. Er is natuurlijk de bevlogen regisseur. Er zijn natuurlijk de vrijzinnige acteurs. En uiteindelijk duikt de regisseur natuurlijk in bed met één van de actrices. Vlakke personages dus. Weliswaar is Xander eerst nog wat afhoudend, hij vindt het letterlijk en figuur moeilijk om zich bloot te geven, maar hij laat zich uiteindelijk toch meeslepen omdat hij zijn rol wil behouden.

Origineel is ook de beschrijving van het hoerenbezoek niet – los van de vele verwijzingen naar Zwagermans Vals licht. Regisseur Godefried geeft Xander de opdracht mee om iets te doen waarvan hij dacht het nooit te zullen doen. Dezelfde dag ontmoet hij de prostituee.

‘Hallo,’ zegt het meisje.
‘Bedankt voor je hulp,’ zegt Xander.
”t Is vijftig euro,’ zegt het meisje, terwijl ze zich vooroverbukt om aan haar knie te krabben.
Het is toch wel duidelijk dat hij hier kwam om te schuilen voor het gevaar buiten, of moet je al betalen zodra je bent binnengestapt, ongeacht wat er daarna gebeurt? ‘Vijftig euro waarvoor?’ vraagt Xander.
‘Pijpen en neuken, twee standjes,’ antwoordt het meisje ongeduldig en ze trekt haar mond in een opmerkelijk brede grimas. Rondom haar bed staan dildo’s van uiteenlopend formaat opgesteld, en ineens kan Xander zich voorstellen dat ze allemaal in de mond van het meisje zouden passen.

Hij maakt gebruik van haar diensten, raakt geobsedeerd door haar, leert haar beter kennen en uiteindelijk blijkt zij natuurlijk ook maar een mens te zijn. Tsja. Nergens wordt Terwijl je slaap echt verrassend. Slort probeert de lezer nog vast te houden, door zijn scènes als hallucinaties op te voeren. Wat gebeurt echt en wat niet? Maar ook dat heb ik bij andere auteurs beter gezien. Couperus, Hermans, en recenter, Verhelst, Verbeke en Koubaa. Ik word niet door de roman geraakt. En dan hoop je uiteindelijk nog een treffende zin tegen te komen, een mooie observatie of een sterke metafoor, maar ook dat blijft uit.

Bart Temme

Janwillem Slort – Terwijl jij slaapt. Prometheus, Amsterdam. 176 blz. € 19,95.