Geluk bestaat bij de gratie van geestelijke discipline

Er is een groot verschil tussen depressief zijn en je depressief voelen. Het laatste, is net als met lichamelijke pijn, het gevolg van iets waarvan de oorzaak bekend is; het overlijden van een dierbare, de scheiding van je ouders, je been breken. Bij het eerste is de oorzaak vaak onbekend en deze onwetendheid is een deel van de depressiviteit. Net als ons lichaam heeft de geest ook een immuunsysteem en wanneer deze wegvalt sta je bloot voor al het ondragelijke van het mens-zijn. Iedereen voelt zich wel eens depressief, maar niet iedereen heeft te maken met een depressie (depressief zijn). Dus als mensen spreken over een ‘depressie-epidemie’ of andere bagataliserende taal over depressies, hebben ze het niet over mensen die depressief zijn maar mensen die zich depressief voelen.

Dit is wat Jeffrey Eugenides ons toont in zijn nieuwe, briljante roman The Marriage Plot. Eugenides produceert als een slak, maar daar staat tegenover dat elke roman steengoed is en de opvolger steeds beter is. Hij debuteerde in 1993 met de serene roman The Virgin Suicides die stilistisch doet denken aan het beste van DeLillo en Didion. Negen jaar later publiceert hij een 21ste eeuwse Buddenbrooks: de Pulitzer Prize winnende roman Middlesex. Het gaat bij Eugenides van goed, beter, best. The Marriage Plot is zijn beste roman tot nu toe en als zijn vorige romans al steengoed waren, dan is dit niets anders dan een meesterwerk.

Even een terzijde voor de Bas Heijnes die niks meer moeten hebben van hedendaagse literatuur: binnen een paar weken zijn twee meesterwerken verschenen: The Art of Fielding van Chad Harbach en The Marriage Plot en wie na lezing van deze beide romans zegt dat ze nog steeds niks moeten hebben van contemporaine literatuur kunnen zich moeilijk literatuurliefhebber of –kenner noemen.

The Marriage Plot is een roman over de manisch depressieve Leonard, zijn vriendin Madeleine die samenleeft met iemand die manisch depressief is en haar vriend Mitchell, met wie de relatie platonisch is, al is hij al jaren verliefd op haar. Leonard en Madeleine ontmoeten elkaar tijdens het vak semiotiek; het is de jaren tachtig op de Ivy League universiteit Brown. In dit eerste deel komen veel poststructuralistische denkers en werken naar voren. Het is de mode: Derrida is hot. Eugenides erkent het belang van het postructuralisme, maar levert ook kritiek, voornamelijk op discipelen –studenten en docenten- van deze filosofie. De relatie van Madeleine en Leonard is zelf een deconstructie; de relatie moet eerst kapot gaan voor ze weer bij elkaar kunnen komen, maar het vormen van een eenheid door de liefde worden telkens uitgesteld. Madeleine vindt troost bij Uit de taal van een verliefde van Roland Barthes. Op de eerste bladzijde schrijft Barthes: ‘De noodzaak van dit boek is gelegen in de volgende overweging: het verliefde spreken is, op de dag van vandaag, van een extreme eenzaamheid.’ In de eerste fase van hun relatie begrijpt Madeleine deze eenzaamheid: ‘The solitude was extreme because it wasn’t physical. It was extreme because you felt it while in the company of the person you loved. It was extreme because it was in your head, that most solitary of places.’

Leonard, Mitchell en Madeleine voelen zich alledrie eenzaam, maar elke eenzaamheid is verschillend: Mitchell omdat zijn grote liefde onbereikbaar is, Leonard zit vast is het solipsisme van zijn manische depressie. Madeleine heeft dan wel een relatie met Leonard, maar voelt zich toch alleen, omdat Leonard zorgt dat er een geestelijke afstand is tussen hen.

Het posstructuralisme brengt Leonard en Madeleine bij elkaar en zorgt er ook voor dat het uitgaat. Bang om Leonard kwijt te raken (desondanks is de uiting oprecht) zegt ze dat ze van hem houdt. Leonard reageert door haar een passage uit het boek van Barthes te laten lezen, waarin Madeleine leest: ‘Ik-hou-van-je. De figuur verwijst niet naar de liefdesverklaring, naar de betekenis, maar naar het herhaalde uiten van de liefdesschreeuw. 1. Als de eerste betekenis eenmaal achter de rug is betekent “ik hou van je” niets meer.’ Boos smijt Madeline het boek naar zijn hoofd. De relatie is ten einde.

Later hoort Madeleine dat Leonard is opgenomen op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis. Ze verlaat haar eigen diploma-uitreiking en bezoekt hem in het ziekenhuis. En zo begint de tweede fase van hun relatie. Madeleine gaat met hem mee naar Cape Cod waar hij als stagiar aan de slag gaat. Eerst schetst de verteller een samenvatting van Leonards depressie vanuit het perspectief van Madeleine. Later volgt de uitgebreide versie vanuit Leonards perspectief. Zijn depressie is als volgt samen te vatten: ‘Leonard’s exhaustion had had to do with the inherent demands of the day, with getting up, getting dressed, making it to campus. It wasn’t that he hadn’t slept; it was that being awake was too much to bear.’ Er zijn vele verwijzingen te vinden naar David Foster Wallace. Zie de overeenkomst tussen het narcistische bellen van Leonard en de protagonist uit ‘The Depressed Person’, de overeenkomst tussen mensen en methodes uit het halfway-house uit Infinite Jest met de afdelingen waar Leonard wordt opgenomen en het geestelijke lijden (en de beschrijving ervan) van Kate Gompert is bijna synoniem aan dat van Leonard (daarnaast draagt Leonard, net als DFW, een bandana vanwege het hevige zweten).

De depressie drukt zwaar op de relatie. Madeleine lijdt bijna net zo erg als Leonard; door de ziekte moet ze telkens voor hem zorgen en het geluk – het geluk waarvoor de liefde zou moeten zorgen – is ver te zoeken. Is depressie eigenlijk wel een ziekte? Niet volgens de vriendinnen van Madeleine, die noemen Leonard ‘crazy’. Ook Madeleine’s moeder is geen voorstander van haar dochters relatie met een manisch depressieve jongen; zij ziet het als een probleem niet als een ziekte. De moeder van Leonard is zelfs van mening dat Leonard zich aanstelt. Dan zijn er nog de vrienden van Leonard: ‘From the things that came out of his friends’ mouths during visiting hours Leonard gradually understood that they thought depression was like being “depressed”. They thought it was like being in a bad mood, only worse. Therefore, they tried to get him to snap out of it. People brought him chocolate bars. They urged him to consider all the good things in his life.’

Op school begon Leonard opeens te huilen en hij wist niet waarom; oké, zijn vader was vertrokken en zijn moeder was geen heilige, maar dat was het niet. Leonard behandelde zichzelf door veel te blowen. Later als hij last krijgt van bijwerkingen van de medicijnen, gaat hij zichzelf weer behandelen. Slim zijn heeft nadelen: ‘That was when Leonard realized something crucial about depression. The smarter you were, the worse it was.’ Maar ook voordelen: Leonard, de intelligente biologiestudent, gaat zelf experimenteren met zijn medicatie en gaat zich hierdoor beter voelen. Daardoor vraagt hij Madeleine ten huwelijk, en zij antwoordt positief. Het geluk is echter van korte duur, want op hun huwelijksreis moet Leonard weer worden opgenomen. Je kan jammer genoeg niet afkicken van een depressie leren we van Darlene, die Leonard ontmoet tijdens een van zijn opnames: ‘One thing I learned, between addiction and depression? Depression a lot worse. Depression ain’t something you just get off of. You can’t get clean from depression. Depression be like a bruise that never goes away. A bruise in your mind. You just got to be careful not to touch where it hurts. It is always there, though.’

Echt uitweiden over Mitchell is lastig om niet het schitterende einde weg te geven (met een knipoog naar Molly Bloom). Mitchell verlangt naar antwoorden op vragen met een hoofdletter V. Door zijn verlangen naar antwoorden omtrent het leven en zijn kennismaking met theologie, zoekt Mitchell het binnen de muren van de religie. Mitchell gaat op reis en raakt er steeds meer van overtuigd dat het geloof hem de antwoorden kan bezorgen. Luisterend naar een religieuze vrouw in Athene denkt hij ‘that he and all his enlightened friends knew nothing about life, and that maybe this (crazy?) lady knew something big.’ Mitchell, ook op reis nog hevig verliefd op Madeleine, vindt niet wat hij zoekt in het religieuze leven en keert weer terug naar Amerika.

Nee, ‘college wasn’t like the real world’. Pas in de echte wereld is het werkelijk van belang hoe je omgaat met je vrijheid; want geluk zit niet in heroïsche daden of bedwelmende gevoelens. Geluk, en Eugenides toont dit op wonderbaarlijke lucide en soms komische wijze, bestaat bij de gratie van geestelijke discipline. Of zoals zijn invloedrijke voorbeeld David Foster Wallace eens zei tegen studenten: ‘The really important kind of freedom involves attention, and awareness, and discipline, and effort, and being able truly to care about other people and to sacrifice for them, over and over, in myriad petty little unsexy ways, every day.’

Koen Schouwenburg

Jeffrey Eugenides – The Marriage Plot. Farrar Straus & Giroux, 406 blz. In het Nederlands vertaald onder de titel Huwelijk door Gerda Baardman en Jan de Nijs, Prometheus, Amsterdam, 496 blz. €19,95.

https://www.youtube.com/watch?v=eBsav6dlhN4