Ze leerden elkaar kennen bij Vindicat, L.A. Ries en H.J. Bouman. Hun in 2009 uitgegeven briefwisseling begint in 1923 en eindigt in 1962 met de dood van Ries. Wij van het verloren ras laat zien dat hun vriendschap onvoorwaardelijk was. Wanneer de homoseksuele Ries betrokken raakt in een zedenschandaal, staat de in Zwolle gesettelde advocaat Bouman hem bij. Het is geen straf om hun lange, intelligente en witty brieven te lezen, zeker niet als Hans Lodeizen opeens het leven van Ries binnenstapt. Bouman wordt graag op de hoogte gehouden van nieuws omtrent deze bijzondere jongen. Diens homoseksualiteit was allerminst geheim. Wanneer Lodeizen naar een baantje bij het ministerie van Buitenlandse Zaken solliciteert, heeft Ries zo zijn twijfels: ‘Of Hans voldoende zitvlees voor zoo’n periode zal hebben, lykt me meer dan problematiek, vooral waar dat zitvlees zeer weinig met rust gelaten wordt.’