Gisteren zijn de winnaars van de Herman de Coninckprijzen 2012 bekendgemaakt. De bloedplek van Paul Demets werd uitgeroepen tot de beste oorspronkelijk Nederlandstalige dichtbundel. De prijs voor het beste poëziedebuut ging naar Meisje dat ik nog moet van de jonge Y.M. Dangre. Over het debuut van Dangre schreef Tzum-medewerker Jurre van den Berg destijds:

Y. M. Dangre is als dichter op een klassiek-romantische leest geschoeid: er is een ronkend wellustig verlangen dat uitgestort moet in ongegeneerde liefdesgedichten. De dichter bedient zich hierbij regelmatig van grote woorden (‘ziel’, ‘hemel’, ‘liefde’, ‘onvergankelijk’) en archaïsch taalgebruik (‘aubade’, ‘lier’, ‘vlerken’, ‘rondelen’, ‘harpij’, ‘kerfstokken’). Bovendien strooit hij gul met verwijzingen naar de klassieke oudheid (‘mijn Olympus met de stille zon in de keel’), de seizoenen (‘In dit zomerse lied zingen wij van zon’) en dode dichters (Vergilius, Dante). Het geheel maakt hierdoor een wat geaffecteerde en dweperige indruk, zeker voor een jongeling van begin 20.

Beide prijzen worden donderdag, op Gedichtendag, uitgereikt.