In opstand tegen ongeluk

Hij droeg een blauwe rokjas met een geel vest, daaronder een gele broek. Zijn liefde is onbereikbaar. Het lijden werd hem te veel, zijn liefdesverdriet kan hij niet meer aan. Er is nog maar één oplossing. Zelfmoord. Die arme Werther werd gek van verdriet, het zat als een dwangbuis om hem heen. Zijn zelfmoord bevrijdde hem van het lijden, maar beroofde hem van het leven.

De naamloze ik-verteller uit Christophe van Gerrewey’s debuutroman Op de hoogte wordt ook in bedwang gehouden door zijn liefdesverdriet. In tegenstelling tot Werther probeert de verteller juist te overleven. Hij schrijft een brief aan zijn geliefde die eigenlijk geen brief is: ‘De belangrijkste reden waarom dit geen brief is, bestaat er echter in dat ik voor jou geen afzender meer kan zijn, en jij voor mij niet langer een ontvanger. Tegelijkertijd is er niemand tot wie ik liever het woord zou willen richten dan tot jou.’ De vorm is verwant aan Ischa Meijers Brief aan mijn moeder. Het schrijven is de revolte, het is de opstand tegen de absurditeit van de liefde, de verbroken relatie en het machteloze van het verdriet.

De roman is een combinatie van sentiment, neerslachtigheid en melancholie. Het is de schitterende uitdrukking van het gevoel van de verteller. Nooit wordt het melodramatisch, dat komt door de openheid: niet alles wordt ingevuld of geïntroduceerd. De structuur is niet gesloten, het bestaat uit verscheidene episoden uit het verleden en de reflectie van de verteller op deze losse gebeurtenissen.

De mindere passages van de roman betreffen de cultuurkritische delen. De verteller is van mening van dat de technologische vernieuwingen en de desintresse in cultuur en literatuur zorgen voor oppervlakkigheid. Het blijft slechts bij deze constatering en zo is de cultuurkritische analyse de pot die de ketel verwijt dat hij zwart ziet. Echter, dit doet niet veel afbreuk aan deze intelligente en goed geschreven debuutroman.

Misschien is dat het grootste nadeel van deze tekst: wat zich probleemloos en weldadig tussen ons heeft voorgedaan – de sterkste, waardevolste en misschien zelfs de enige succesvolle activiteit die wij samen hebben uitgevoerd – precies dat kan ik hier niet aan bod laten komen.

Het verleden blijft een kwelling omdat hij het niet écht kan weergeven. De taal schiet tekort. Tegelijk is het ook het onvermogen van de herinnering dat langzaam de plaats inneemt tussen de verteller en zijn ex-geliefde. De herinnering is het enige bindmiddel. Het is een troebel bindmiddel, want waar stopt de herinnering en begint de verbeelding? Zo wordt langzaam duidelijk dat de waarheid van de verteller zíjn waarheid is. De ex-geliefde krijgt wel een stem, maar zij wordt vertolkt door de verteller. Is zij daadwerkelijk dat hippe, cynische, gevoelloze, het-leven-is-voor-mij-een-avontuur-type? Aan het einde van de roman, het mooiste stuk van het boek, geeft de verteller zijn ex een monoloog die als het ware een weerlegging is op dat wat eraan voorging.

‘De vraag is maar of we elkaar echt hebben gekend, en niet steeds elkaar tot projecties en abstracties hebben herleid. Zelfs nu, op dit cruciale moment, leg je mij dingen in de mond waar ik niet om gevraagd heb. Wat ik hier zeg bestaat alleen maar in jouw fantasie, in de fantasie dan nog van gekwetste en zielige geliefde, en toch doe je alsof die fantasie overeenkomt met mijn diepste wezen!

De ware aard van de verteller komt naar voren in de monoloog van de ex, pas door te spreken met haar stem is hij eerlijk over zichzelf. Op de hoogte is een intelligente roman door de vertelstructuur, de onbetrouwbare verteller en de subtiele metafictie. Rest nog de vraag: waarom heeft hij de ‘brief’ geschreven? Wellicht is de brief een talige aanslag op zijn ex. Zo aanvaardt hij niet zoals Werther zijn ongeluk, maar komt hij in opstand, met als einddoel de figuurlijke moord van de ex, Yet each man kills the thing he loves. By each let this be heard.

Koen Schouwenburg

Christophe van Gerrewey – Op de hoogte, De Bezige Bij Antwerpen, 188 blz. € 19,95.