The Fritzi Tapes. Nadat Fritzi Harmsen van Beek de laatste regel van ‘De verdoolde kus’ heeft voorgelezen, op het luisterboek Ze schrijft met haar stem, richt ze zich tot Maurits Rubinstein, de neef van Renate die de opnames maakt. Haar toelichting is al even onnavolgbaar en briljant als het vers zelf. Het lichte stotteren staat in contrast met de strakke syntaxis van het zojuist gehoorde gedicht.

Ik vind vooral de moraal zo aardig. Weet je, dat je helemaal, dat je helemaal. Een kus, nou die kan je niet zien. Spreekwoordelijk: ik geef je een kus. Hè. En, eh, waar blijft het ding? ’t Is toch niet. ’t Is absoluut. ’t Is net twee handen die mekaar een hand geven. Wie geeft wie? ’t Is een weg ding, een kus.

Nick ter Wal