Een mix van bravoure en zelfkwelling, als zoiets al bestaat. Of misschien een stoïcijnse levenshouding. Hoe red je het anders? Annemarie Kets-Vree had in ieder geval geen overgevoelige natuur, toen ze aan het begin van deze eeuw zitting nam in de projectcommissie van W.F. Hermans’ Volledige Werken. Hermans had immers gehakt gemaakt van haar Multatuli-editie (‘knoeiwerkje’) en haar persoon ook niet gespaard (‘mevrouw Klets-Mee’). Editeren riep zij gaat van au.

Neerlandicus en literatuurhistoricus Siem Bakker promoveerde in 1986 op de geschiedenis van het naoorlogse literaire tijdschrift Het Woord. Hij voerde daartoe in de jaren zeventig gesprekken met oud-redacteuren: Gerard Diels, Ferdinand Langen, Koos Schuur. En zo kan het gebeuren dat Bakker in de onlangs uitgegeven correspondentie Schuur-Elburg opduikt. Jan G. Elburg over Siem Bakker, 4 maart 1986:

Rare vent: ik had hem al jaren geleden gul uitgenodigd om eens samen met me in mijn ouwe papieren te komen snuffelen. Daarna is er veel verloren gegaan door brand- en waterschade en nou moet ie opeens voor zijn promotie.

Schuur krijgt ook een verslag van de promotieplechtigheid, die Elburg en eega bijwoonden. Uit Elburgs brief, 20 oktober 1986:

Ten-lange-eindelijk-is Siem dan doctor gemaakt, een beetje zoals je als jongetjes een kameraadje ‘burgemeester maakte’ door ‘m met z’n allen vast te houden en z’n piemel uit z’n broek te halen. Ik/we heb/ben je/lui gemist maar jij/jullie hebt weinig gemist, als ik even de balans van verleden vrijdag opmaak.

En:

Verder hield ik mijn mond maar, je kan toch niet vlak voor zo’n promotie gaan zeggen dat de aanstaande jonge doctor onzin beweert als hij vermeldt dat Elburgs Serenade voor Lena eigenlijk al in ‘37 klaar was en dat je sterke twijfels koestert over de juistheid van de laatste regel van Koos Schuurs op blz. 27 afgedrukte Het angstig voorrecht. Wanneer een slordig lezer als ik zulke dingen tegenkomt, hoe staat het dan met een echt kritisch kijken.

Omschrijvingen uit dezelfde brief:

Siem maakte geen sprankelende indruk […] het voorkomen van de bleke, bedremmelde oud-seminarist die hij is […] de promovendus [gaf] omslachtig maar weinig begeesterd weerwoord […] Naïviteit die grenst aan misdadigheid […] brave borst […] die arme donder.

Laat nu dezelfde Siem Bakker de brieven van Schuur en Elburg bezorgd hebben. Vernederend tikwerk, lijkt me. Of heldhaftigheid? Schrale troost is dat niets of niemand overeind blijft in Elburgs snoeiharde, bij vlagen humoristische relaas. ‘Veel geschimp, weinig prijzende woorden,’ inderdaad.

Overigens is het namenregister van Een halve eeuw vriendschap niet volledig. ‘Bakker, Siem’ staat er wel in, maar de paginanummers van de pijnlijkste passages in de brieven ontbreken. Siem Bakker is ook maar een mens.

Nick ter Wal