DE GONDELIER

De zwarte gondel en de gondelier

in zuiver zwart. Alleen een witte kraag

prijkt rond zijn hals: hoe die het masker schraagt

waaruit een snavelneus als van een gier.

Waardig beweegt hij over de rivier,

de eenzame, het schip een sarcofaag

waarin de dood de leegte ondervraagt:

wie is het die vandaag moet sterven hier?

De dag. Hij wordt in koepels opgebaard,

zijn lichaam door de goudglans van de zon

gekust met liefde ongeëvenaard –

totdat het donkert zoals het begon.

Onverstoorbaar over het water vaart

de gondelier die alle tijd vergaart.

Maria de Groot

In het najaar verschijnt van Maria de Groot (Wormer, 1937) eindelijk een nieuwe dichtbundel: Venetiaanse gedichten bij Uitgeverij kleine Uil.

(De foto boven het gedicht komt van Flickr/The Library of Congress.