Ik wil paardrijden en in God geloven

In de schommelstoel van mijn overleden grootvader

Lees ik de boekenruggen

Mijn ogen keren telkens weer terug

Naar de rug van de Etruskische beschaving

Ik weet dat de Etrusken een dood volk naar mijn hart zijn.

Vóór Jezus in mijn leven kwam

Was ik al ongelukkig

Kon ik al de klok lezen

De kloklezing en mijn lijden waren verbonden

Ik benijdde de Etruriërs

Die zichzelf op tijd hadden uitgewist.

In de schommelstoel lijd ik opnieuw

Met dezelfde intensiteit

Van het kloklezende kind

Dat te bleek was voor het strandleven

Te panisch voor de paardensport.

Ik hijs mijzelf

Uit de anachronistische stoel

Uit mijn zwaarmoedige staat

En neem de Etruskische beschaving uit de kast

Mijn grootvader heeft in potlood

Het woord sarcofaag onderstreept op pagina 358.

Hijzelf heeft slechts een urne gekregen

In een nis in Adinkerke

Is hij as zonder gebruiksvoorwerpen

Zonder straten om straks en later

Mijn grootmoeder en mij te bereiken.

Delphine Lecompte

Delphine Lecompte (1978) debuteerde met De dieren in mij. Hiervoor ontving ze de C. Buddingh’-prijs 2010. Haar tweede bundel Verzonnen Prooi verscheen in 2010 (De Contrabas). Blinde gedichten verscheen in 2012 (De Bezige Bij).

(foto: Jan Glas)