Wachten is een vorm van lafheid

Patrick Flanery, 37, geboren in California, opgegroeid in Omaha, Nebraska, woont tegenwoordig in Londen. In finding the story vertelt hij hoe hij ertoe is gekomen om een vuistdikke roman te schrijven over het leven van een Zuid-Afrikaanse schrijfster waarbij de apartheid een hoofdrol speelt. Flanery’s partner is een Afrikaan en in die hoedanigheid bezoekt hij al tien jaar lang regelmatig het land. Maar ook de vrijlating van Nelson Mandela maakte een diepe indruk op zijn schoolmeester, waardoor de historische betekenis van Mandela Flanery’s leven binnendrong.

In Absolutie besluit Clare Wald, een blanke Zuid-Afrikaanse schrijfster, om enkele indringende ervaringen uit haar leven op te schrijven. Ze geeft het boek de rol van een waarheids- en verzoeningscommissie die onderzoekt wat haar aandeel zou kunnen zijn geweest bij de vermissing/verdwijning van dochter Laura en de dood van Clare’s zus en zwager. In een tweede verhaallijn houdt de schrijfster een dagboek bij waarin zij fantaseert over wat Laura zou kunnen zijn overkomen in haar felle strijd tegen apartheid. De andere hoofdstukken worden geschreven vanuit het perspectief van Sam Leroux, ook een blanke Zuid-Afrikaan, die is teruggekeerd naar zijn geboortegrond om Walds biografie te schrijven. Op jonge leeftijd heeft hij zijn ouders verloren; zij waren lid van de militaire vleugel van de ANC en zijn omgekomen bij een aanslag. Ook hij wil schoon schip maken. De schrijfster nodigt hem uit in Kaapstad waar ‘beveiligingscamera’s waken over huis en tuin’.

Al snel blijkt dat zowel Sam als Clare er een geheime agenda op nahouden en dat geeft spanning aan het verhaal. ‘Hij had mevrouw Wald maar twee keer in zijn leven gezien, maar hij wist dat dat de moeder van Laura was, de vrouw die op de herdenkingsdienst van zijn ouders ergens achteraan had gestaan, en die later de voordeur voor zijn neus had dichtgesmeten.’

Flanery heeft een intelligente roman geschreven. In heldere en spannend geschreven zinnen ontvouwt zich het verhaal.

Ik heb mijn beul net zo goed leren kennen als mijn man – misschien nog wel beter. Ik koos ervoor om me aan te passen, om mijn kinderen en mezelf in leven te houden. Dat was althans de rationalisering waar ik mijn carrière in dit land en in dat tijdsgewricht heel specifiek op gebaseerd heb.

Door het gebruik van meerdere vertelstemmen (de schrijfster laat in de interviews met Sam niet het achterste van haar tong zien over haar verleden als apartheidsstrijder, terwijl ze in haar romanhoofdstukken en dagboeknotities toont hoe angstig ze in werkelijkheid is geweest) krijgt de lezer een beeld van de complexiteit van het apartheidsvraagstuk. Flanery weet daarbij de aandacht vast te houden door op precies het juiste moment antwoord te geven op de prangende vragen van de lezer. Het boek geeft de lezer een beeld van de complexiteit van het apartheidsvraagstuk. ‘Ik herinner mezelf eraan dat er nog een andere bron is, tot dusver niet aangeboord; als Sam de kans krijgt, zal hij misschien een heel ander verhaal vertellen.’

Flanery weet de essentie van apartheid op subtiele wijze bloot te leggen door de lezer ook kennis te laten maken met getuigenisverslagen van de waarheids- en verzoeningscommissie en Laura’s aantekeningenboekje. Het is niet altijd duidelijk of een personage tot de blanke of zwarte gemeenschap behoort of dat hij de regering steunt of lid is van het ANC. Zo houdt Sam de schrijfster voor dat zij onder een pseudoniem een boek heeft geschreven dat ze zélf als censor voor de regering heeft afgekeurd. ‘De censor leek op mij. Ze was een inwendige wederhelft.’

Al deze wisselende perspectieven hebben echter ook een nadeel. De hoofdpersonages worden continu van verschillende kanten beoordeeld, waardoor een zekere diepgang ontbreekt. Zo zijn de ouders van Sam omgekomen bij een aanslag die ze zelf hebben voorbereid, maar krijgt de lezer die informatie slechts uit een getuigenverslag en een knipselmap. Dat Clare’s dochter daarbij een rol heeft gespeeld wordt slechts gesuggereerd. De lezer mag zelf beslissen wie er fout of goed is geweest, maar Clare Wald zelf haalt de mening van de lezer ook weer onderuit. ‘Hoe denk jij mijn leven te kunnen beschrijven? Je hebt niets dan een geraamte van feiten, je eigen vermoedens zullen voor het vlees op de botten moeten zorgen.’

Als de verhaallijnen elkaar naderen blijkt dat Sam de schrijfster niet echt heeft leren kennen. Clare Walds motieven, maar ook die van haar dochter en Sam, om een bepaalde keuze te maken die verregaande consequenties zal hebben (‘ik ben roekeloos omgesprongen met de levens van anderen’) zijn zwak en soms ongeloofwaardig, terwijl ze het verhaal juist zouden moeten dragen.

Misschien ligt de oorzaak in het feit dat Flanery geen Zuid-Afrikaan is en nooit werkelijk deel heeft uitgemaakt van die gemeenschap waar blank en zwart al eeuwen tot elkaar zijn veroordeeld. Te hopen valt dat zijn volgende roman zich af zal spelen op zijn geboortegrond, want wie een lezer 444 pagina’s lang aan zich weet te kluisteren mag zich een beloftevolle schrijver noemen.

Lorna Minkman

Patrick Flanery – Absolutie. Vertaald door Auke Leistra. De Bezige Bij, Amsterdam. 444 blz. € 23,90.