Het zal niet lang duren of de goegemeente durft het hardop te zeggen: Komrij was een lelijke man met een lelijke stem die lelijke stukjes schreef over domme mensen en zich als een vorst omringde met kwijlende adepten.

Cees van der Pluijm (dichter en bloemlezer van dode of bijna-dode dichters) schrijft in de Gay Krant (een blad voor oudere homo’s) een column over de dood van Gerrit Komrij. Van der Pluijm, liefhebber van ollekebollekes, vindt het oeuvre van Komrij niet zo heel veel voorstellen.

Komrijs poëzieproductie was groot, maar veel van dat oeuvre is terug te brengen tot een beperkt aantal gimmicks: hetzelfde konijn kwam steeds weer bontgekleurd en vermakelijk uit dezelfde hoed. Komrij is gebaat bij een goede bloemlezing uit zijn werk, die zijn virtuositeit recht doet en die de kern laat zien: een handvol briljante gedichten.

De volledige column is hier te lezen.