Eerder werd Louis Gauthier al bekend door de samenwerking met Gerrit Komrij en Jules Deelder, met wie hij cd’s opnam. Op 1 november verschenen vier MatchBoox van Remco Campert, Jules Deelder, Gerrit Komrij en Charlotte Mutsaers waarvoor hij de vormgeving volledig voor zijn rekening nam.

Hoe kwamen ze bij jou terecht?

Emmanuel van Leeuwe, uitgever en initiatiefnemer van MatchBoox had van mijn cd Totaal Loss met Jules Deelder gehoord en mij met Gerrit Komrij bij De Wereld Draait Door gezien. Toeval wilde dat het concept van MatchBoox mij erg aansprak omdat we beiden de passie voor bijzondere uitgaven en projecten delen.

Begin 2012 hadden we onze eerste afspraak en het was direct een klik.

Na een korte brainstormsessie werd het idee geboren om een literairekopstukken-box te realiseren. En die box moest een verrassing voor het oog van liefhebbers en verzamelaars worden.

Mocht je zelf de keuze van je dichters bepalen? Deelder en Komrij lagen voor de hand, maar waarom koos je voor Campert en Mutsaers?

Emmanuel van Leeuwe gaf mij carte blanche voor het invullen van de auteurs en vormgeven van de box. Het was voor mij een uitdaging om Deelder, Komrij, Campert en Mutsaers te enthousiasmeren omdat het vier bepalende auteurs zijn in de Nederlandse literatuur. De vier hebben allen een unieke manier van schrijven of dichten. Dit zorgde ervoor dat bij mij de uitdaging lag om vier totaal verschillende ontwerpen te maken maar uiteindelijk wel met een gevoel van ‘passende uniformiteit’ naar buiten.

Wat spreekt je specifiek aan in het werk van Campert en Mutsaers?

Vooropgesteld: ik laat me in eerste instantie inspireren door de personen achter het werk. Sterke karakters, afwijkende levens, dat vind ik boeiend. Het gaat mij niet om de beroemdheid of bekendheid van mensen, maar de ervaring die zij door hun artistieke bestaan kunnen doorgeven. In andere projecten werk ik ook samen met mensen die ’toevallig’ niet in elke krant staan of die niet de aandacht van media hebben, maar die in mijn ogen wel een hele bijzondere kijk op hun werk en leven hebben. Dát is voor mij het criterium om tot een goede samenwerking te komen.

Daarbij komt natuurlijk dat Campert en Mutsaers literaire kopstukken zijn. Remco is ongelofelijk goed in het beschrijven van de alledaagse dingen om ons heen, maar op een manier dat het ontroert of ontwapent. Drama of sentiment heeft hij daar niet voor nodig. Hoe knap is dat! Geen wollige, hoogdravende taal, maar mooi, treffend Nederlands. Alleen al de titel ‘Poes is dood’ laat dat zien.

Over het samenwerken met Charlotte hoefde ik niet lang na te denken. Wat een stoere, authentieke vrouw! Ze is net 70 geworden en soms denk ik: namen mensen van die leeftijd maar een voorbeeld aan haar. Ze heeft een jeugdige blik, kan zich verbazen over dingen die ook eigenlijk helemaal niet gewoon zijn, maar die we normaal zijn gaan vinden. Ik zag bijvoorbeeld een tijdje terug een, inmiddels beroemd, interview met Charlotte door Adriaan van Dis. Tussen neus en lippen door vertelt ze dat ze hele zinnen achterstevoren kan opzeggen. Ja, want waarom eigenlijk niet? Anderen zouden het nutteloos vinden daar tijd aan te besteden, ik vind het geweldig dat ze zó naar taal kan kijken. Los van alle conventies. Die nieuwsgierigheid en ruimdenkendheid zie je terug in haar werk. Zo ook in ‘Sodom revisited’, het gedicht in onze MatchBoox.

In Knack zeg je dat je in februari nog een goed gesprek hebt gehad met Komrij over alles. Wist jij toen dat Komrij ernstig ziek was? Hoe is dat gesprek verlopen?

Ik belde Gerrit in februari dit jaar, zoals wel vaker als hij in Nederland was, of hij het leuk vond even bij te praten. We spraken af koffie te drinken in de lobby van het Ambassadehotel. Het duurde even voordat hij er was. Hij moest nog even rusten, vertelde hij. Die verdomde knie, zei hij dan. Dat vond ik opvallend, want Gerrit was juist altijd degene die tot in de late uren doorging. ‘Nog één rondje dan maar?’ Zijn tafelgenoten uitgeput, maar hij nog volenthousiast. Deze keer was dat dus niet zo. Ik had wel een vermoeden dat Gerrit niet helemaal fit was, maar hij was niet de persoon om gemakkelijk over die dingen te praten. Hij had het liever over mooie uitgaven, de literaire wereld, kunst, etc. Juist omdat Gerrit zo houdt van bijzondere uitgaven hield, schatte ik in dat hij MatchBoox ook wel mooi zou vinden. Ik liet het hem zien en hij kende het concept natuurlijk al. Of ik het artwork kon maken? Ja, dat vond hij een mooi idee. Op de boek-cd Dansen op Spijkers hadden we ook al goed nagedacht over welke visuals bij een gedicht zouden kunnen passen. We waren het altijd snel eens. Nog een keer aan één gedicht werken, in zo’n bijzonder concept, dat zagen we wel zitten. We hebben nog even gesproken welk gedicht het dan zou moeten worden. Een nieuwe, een klassieker? Gerrit zei meteen al, denk eens aan ‘Alles blijft’. Dat is blijven hangen en later hebben we definitief de knoop doorgehakt dat dit gedicht niet alleen één van de mooiste van Gerrit is, maar ook dat het zich perfect leent voor een visuele dimensie. Het gedicht roept uit zichzelf, tenminste bij mij, al allerlei sterke beelden op. Dat gesprek trouwens, was de laatste keer dat we elkaar face-to-face zagen. Ik weet niet of je het pas achteraf die betekenis geeft, maar ik geloof toch wel dat het een bijzonder gesprek was, anders dan andere. Drie zoenen en een stevige hug voordat ik wegging, alsof het de laatste kon zijn.

Je hebt het boekje van Komrij opgedragen aan Charles Hofman.

Charles was onlosmakelijk verbonden met Gerrit. Charles was er bijvoorbeeld bij toen Gerrit zijn gedichten voor Dansen op Spijkers insprak. ‘Je mag hem even van me lenen,’ zei hij toen, want alleen met Charles erbij was Gerrit echt op zijn gemak. Na de dood van Gerrit heb ik de opnames nog eens teruggeluisterd. Tussen de voordrachten voor hoor je Gerrit en Charles tegen elkaar praten. Soms ook kibbelend. De mobiele telefoon van Gerrit die middenin een voordracht afgaat en dan Gerrit meteen: ‘Charleeees!’ Je hoort hoe verbonden ze met elkaar waren. Leer je Gerrit kennen, dan leer je dus ook Charles kennen. Daarom vond ik het wel zo passend om deze MatchBoox aan hem, Gerrits steun en toeverlaat, op te dragen.

Is het ontwerpen van deze MatchBoox een eenmalig uitstapje? We kennen je vooral van de muzikale samenwerkingen met auteurs.

Ik zie het niet als uitstapje. Design en artwork zijn een belangrijk onderdeel van mijn werk. Ook voor de muziek-poëzieuitgaven met Deelder en Komrij heb ik het artwork van de boeken verzorgd. Dat ik de combinatie zoek, komt omdat voor mij denken in beeld en geluid nauw met elkaar samenhangt. Bij gedichten, maar ook bij andere kunstuitingen, komt er in mijn hoofd een stroom van kleuren, tonen en melodieën op gang. Wat er in mijn hoofd gebeurt, probeer ik in mijn werk gestalte te geven. In dit specifiek concept past het om het gedicht met alleen beelden te laten samengaan. In een klein luciferdoosje moet een heel werk passen. Daarom is in het concept van MatchBoox gekozen voor een uitvouwbare strook, zoals een filmstook. Als designer geeft een strook beperkingen, maar dat maakt je tegelijkertijd juist scherper en creatiever. Ik vond het bijvoorbeeld interessant om het uitgangspunt van de filmstrook te nemen. Met overgang in kleuren en lijnen heb ik de beelden willen verbinden, zoals ook met een filmstrook gebeurt zodra je deze met de projector afspeelt. MatchBoox heeft me zo enthousiast gemaakt dat ik graag nog een aantal boekjes zou willen maken. Samen met Emmanuel van Leeuwe ben ik bezig te kijken hoe we ook andere kunstenaars een podium kunnen geven in het MatchBoox-concept, denk aan podiumkunstenaars, fotografen of modeontwerpers. Het is nog even aftasten, maar ik denk dat we opnieuw tot verleidelijke, charmante verzamelboekjes kunnen komen, die ook niet-literatuurhebbers zullen waarderen.

Website Louis Gauthier, Gauthier bij MatchBoox.