Op haar eigen website heeft fotografe Quintalle Nix in een lang stuk gereageerd op de voortdurende aanvallen van Hans Vervoort op haar persoon. Na één column van Hans Bousie op Boekblad probeerde Vervoort voor de zoveelste maal zijn gelijk te bewijzen. Hans Vervoort in zijn persbericht van vandaag waarin hij Hans Vervoort citeert:

De website gewijd aan literaire debutanten via recensies en portretfotootjes werd onlangs stilgelegd wegens een rekening van 968 euro van fotografe Quintalle Nix.

Dit vanwege het ongevraagd overnemen van 4 thumbnail publiciteitsfoto’s die zij maakte en die anoniem op de websites van auteurs en uitgevers stonden.

Onderhandelingen leidden tot niets en Vervoort betaalde uit eigen zak het z.i. exorbitante bedrag (de website werd pro bono gemaakt en had geen inkomsten).

Nu heeft in het gezaghebben Boekblad een jurist zich uitgesproken voor het gelijk van Vervoort.

Vervoort: ‘Ik was er langzamerhand echt van overtuigd geraakt dat Nix in haar recht stond, vond het wel jammer dat ze geen enkele coulantie toonde.

En omdat ik in het buitenland verbleef en wist dat zij ondersteund werd door juristen van de fotografenbond, wilde ik er geen rechtszaak van maken en betaalde in vredesnaam maar.’

Hopelijk durft een volgende die in mijn situatie komt te verkeren een proefproces aan.

Het voor de zoveelste keer oprakelen van de geschiedenis schoot bij Quintalle Nix in het verkeerde keelgat:

De discussie over individuele gevallen voer ik in beginsel met de betrokkenen zelf en niet via de media, dat vind ik niet gepast. Evenmin vind ik het gepast dat in een dergelijke discussie diffamerende benamingen voor mij en mijn collega’s worden gebruikt, “auteursrechttuig’, ‘boeven’, ‘mislukte fotografen’ om maar iets te noemen. Ieder heeft het recht op zijn eigen mening en mag die uiten maar daar zijn wel grenzen aan. Die grenzen zijn naar mijn mening ruimschoots bereikt en worden nu overschreden.

In de column van Bousie, ‘entertainmentadvocaat’, op Boekblad wordt het jatten van foto’s gerangschikt onder het citaatrecht. Nix gaat in haar stuk daar tegenin. Vervoort voldeed al niet aan twee voorwaarden: het noemen van de naam van de fotograaf (Vervoort heeft nagelaten dat te vragen), het vermelden van de bron maar het belangrijkste is misschien de derde voorwaarde:

Een derde voorwaarde is dat het gebruik van de foto’s in verhouding moet staan met het doel dat er mee bereikt wordt. Het gebruik van de foto’s moet functioneel zijn maar daar is in het geval van de recensies op de website van Vervoort geen sprake van geweest. In een bekende uitspraak van de Hoge Raad heeft deze bepaald dat een afbeelding uit een boek bij een bespreking van dat boek een toelaatbaar citaat op kan leveren ‘mits de afbeelding samen met de tekst van de bespreking redelijkerwijs kan worden beschouwd als een geheel dat ertoe strekt om aan de lezer een indruk van het betreffende boek te geven’. Ik zie niet in hoe een portretfoto van een auteur hierin een rol speelt, de bespreking van het boek verandert niet en ook de indruk van het betreffende boek bij de lezer verandert niet wanneer er een andere foto bij de recensie zou zijn geplaatst. Mijn foto’s hebben in die zin geen functie gehad bij de recensies, ze dienden louter ter illustratie.

Nix eindigt haar betoog met:

Ik doe hierbij een publieke oproep aan de heer Vervoort om de discussie dan wel te sluiten dan wel voort te zetten op de plaats waar dat hoort: namelijk voor de rechter. De heer Bousie wil hem daar vast wel in bijstaan.

Het hele stuk van Nix is hier te lezen.

Tzum heeft ook aan belangenbehartiger Pictoright een schriftelijke reactie gevraagd op deze kwestie, want die is van belang voor heel veel literaire sites, maar tot nu hebben we nog geen reactie mogen ontvangen. Op de site van Pictoright staat de hele kwestie rond het auteursrecht en het citaatrecht het formele standpunt, maar we zouden graag een specifieke reactie willen lezen.