Waar heb ik dit eerder gelezen?

De winnaar van de Anton Wachterprijs 2006, een tweejaarlijkse prijs voor het beste debuut, ging dit jaar naar Art. 285b van Christiaan Weijts. Uitgeverij Cossee die met drie debuten meedong naar de prijs viste achter het net. Ten onrechte, want Boven is het stil van Gerbrand Bakker is veruit het beste debuut dat dit jaar verschenen is. Op de site van de Anton Wachterprijs staat het juryrapport te lezen dat opvalt door de uiterst vrouwonvriendelijke toonzetting.

Met name jonge vrouwelijke auteurs lieten zich in deze literaire drukte gelden. Commercieel inzicht kan hen niet worden ontzegd. Als Prinsesjes Nooitgenoeg stappen de hoofdfiguren, omringd door hun vriendinnen, door het grotestadsleven op zoek naar de directe kick van een one-night-stand en uiteindelijk keren zij zoals dat heet op zichzelf teruggeworpen terug naar het centrum van de wereld dat zij zelf denken te zijn. Het verleden telt niet, alleen het moment doet ertoe. Tot opmerkelijke debuten heeft deze dominerende thematiek niet geleid. Andere vrouwelijke auteurs, doorgaans wat ouder, keren juist terug naar de ooit voor een beter lot verlaten plaats van hun jeugd, waar het verleden bezit van hen neemt. De kwaliteit van hun werk varieert.

Nee, dan is de thematiek van Art. 285b (de titel verwijst naar de wet die ervoor gezorgd heeft dat stalking strafbaar wordt) veel spannender en gedurfder. Pianoleraar Sebastiaan wordt verliefd op twee meisjes. De een is zijn leerlinge en het andere meisje danst in een peepshow. Bij de laatste is er sprake van liefde op het eerste gezicht, maar het meisje Victoria is even grillig als onweerstaanbaar. Na een uit de hand gelopen oudejaarsnacht waar zij op een feestje gaat neuken met een van de gasten (terwijl de liefde tussen Sebastiaan en Victoria nauwelijks geconsumeerd wordt), barst de bom onder hun relatie. Victoria krijgt een bombardement aan sms-jes en geeft haar ex-vriendje aan.

Dat is zo’n beetje het verhaal. Toch heel anders dan die schrijvende dames. Bij deze roman denk je steeds aan andere romans. De jury dacht vooral aan Vestdijk en Van der Heijden, maar ik dacht steeds: waar heb ik dit eerder gelezen. Een vleugje Turks Fruit (de jonge veulenachtige liefde), een snufje Vals licht (de liegende minnares), een hapje Oesters van Nam Kee (vanwege de combinatie van liefde en liegen).

Maar mijn voornaamste bezwaar is het gebrek aan spanning in dit boek. Je weet in het begin al waartoe dit boek leidt, nergens kom je voor een verrassing te staan. Het enige wat een boek dan kan redden is de stijl, maar ook die kon me niet bekoren. Wijdlopige zinnen en nergens een formulering waarvan je opkijkt. Ik heb de roman uitgelezen, maar alleen omdat ik me er toe dwong.

Coen Peppelenbos

Christiaan Weijts – Art. 285b. De Arbeiderspers, Amsterdam, 326 blz. € 18,95.

Verscheen eerder op Literair Nederland, 18 december 2006.