Onderweg van Moskou naar Mongolië

Als twee mensen die elkaar niet kennen een paar dagen samen moeten reizen met de trein, dan kan dat interessante situaties opleveren. In Coupé N° 6 reist de Finse Anna in de jaren tachtig van de vorige eeuw met de trein van Moskou naar Mongolië. De hele reis lang zit de nette en beheerste Anna opgescheept met de onbehouwen, drinkende en racistische Rus Vadim, maar interessant wordt de roman door dit contrast niet. Hoewel Vadim eindeloos doorratelt over alle minderwaardige volken van de Sovjet-Unie en Anna dreigt te verkrachten, wordt hun verstandhouding toch steeds beter. Vadim lijkt Anna op een ondoorgrondelijke wijze zelfs te respecteren. Wel jammer dat daardoor de angel uit het verhaal wordt gehaald.

De enige afleiding van de verveling (ook voor de lezer) wordt gevormd door de woordenstroom van Vadim en Anna’s herinneringen aan Moskou. Anna heeft liefdesverdriet en de reis is voor haar louterend. In Moskou, waar ze heeft gestudeerd, onderhield ze een driehoeksverhouding met een jongen en zijn moeder. Veel meer komen we niet over Anna te weten en het erge is: het kan je na honderd bladzijden ook niet meer schelen.

Samen kijken Anna en Vadim naar de overweldigende natuur. De verwaarlozing en armoede razen aan hen voorbij en als er een eland onder de trein komt, is Vadim degene die het dier doodt. Op sommige stations blijft de trein wat langer staan. Dan gaan Anna en Vadim samen op pad. Vadim koopt tijdens die uitstapjes voornamelijk wodka. Bij het verlaten van een stad wordt steeds eenzelfde (en al snel wat geforceerd) procedé gevolgd:

En zo verdwijnt het winterse Moskou in de verte, de staalblauwe stad die wordt verwarmd door de avondzon. In de verte verdwijnt Moskou en de verlichting van de stad en het luidruchtige verkeer, de rondedans der kerken, de tienerjongen en de mooie, donkerharige vrouw wier gezicht aan één kant gezwollen is. In de verte verdwijnen de spaarzame neonreclames die glanzen tegen de achtergrond van een barse, pikzwarte lucht, de robijnen sterren op de torens van het Kremlin, de gebalsemde lichamen van de goede Lenin en de slechte Stalin, en Mitka, in de verte verdwijnen het Rode Plein en het mausoleum van Lenin (…).

Dit bombastische proza houdt het verhaal behoorlijk op en maakt het ongeloofwaardig: alsof we die lange reis door Rusland alleen maar maken omdat de stijl van de roman daar om vraagt. Het enige dat de moeite waard is in Coupé N° 6 zijn enkele natuurbeschrijvingen. Dan doet de schrijfstijl van Liksom soms in de verte denken aan één van de Russische schrijvers door wie ze, naar eigen zeggen, is geïnspireerd.

Rieuwert Krol

Rosa Liksom – Coupé N° 6. Vertaling Annemarie Raas. Podium, Amsterdam. 222 blz. € 18,50.