Stof voor herenmasturbatie

Al maanden worden de binnen- en buitenlandse verkooplijstjes aangevoerd door allerlei tinten grijs. Uitgevers, bang om het biggenruggetje te missen, zijn naarstig op zoek naar varianten op de licht sadomasochistische moederporno. Veelal resulteert dat in niemendalletjes met een alom geaccepteerd rode-oortjes-gehalte. Er is maar één literair verantwoorde repliek mogelijk op de slappe hap en dat is de zojuist in het Nederlands heruitgegeven roman Het verhaal van O. De literaire kwaliteit van deze klassieker staat namelijk buiten kijf.

Het relaas van vrouwen die als slavinnen wordt gehouden, overigens op vrijwillige basis, wordt door de inleiding van schrijver Raymond van den Boogaard in een interessant historisch perspectief geplaatst. De oorspronkelijke Franse uitgave werd voorafgegaan door een voorwoord met als titel Het geluk in de slavernij. De auteur van dit stuk, de bekende literator Jean Paulhan, noemde het werk een sprookje voor volwassenen, wetende dat hij in de jaren vijftig met gemak vervolgd kon worden wegens obsceniteit. Hij liet ter zelfbescherming als het ware een waarschuwing uitgaan. Er zou gevaar in de tekst schuilen omdat het appelleert aan het eenrichtingsgevoel van het mannelijke onderbewustzijn. Het taboe van het naar eigen goeddunken bezitten van vrouwen.

Toen schrijver Adriaan Morriën, zelf ook niet vies van wat seksuele experimenten, in de jaren zestig de vertaling verzorgde, toch de era van de seksuele revolutie, leverde dat juist vanwege het ontbreken van ‘het gelijkheidsbeginsel’ prompt uiterst heftige reacties op. Men vond het boek over het algemeen stof voor herenmasturbatie. In de zin dat de mannen in het boek de absolute meesters zijn over rechtloze slavinnen. Nergens wordt dit overigens gepropageerd. Het is immers een roman met personages, de voorstelling van een idee van een samenleving. In die zin dus inderdaad een sprookje, de beschrijving van rituelen, toevalligerwijs op het gebied van de erotiek. Lezers die Het verhaal van O zien als een bijbel zijn aan het verkeerde adres. Er wordt geen seksreligie gepreekt. De lust is eerder ondergeschikt.

Pas in 1994 werd bekend wie er echt schuilgaat achter de nom de plume Pauline Réage: de criticus Anne Declos die in tijdschriften onder pseudoniem schreef over kunst en literatuur en tevens manuscripten beoordeelde bij het gerenommeerde uitgeefhuis Gallimard. In 1943 stelde zij een bloemlezing samen van Franse religieuze poëzie. Voor het oog een stijve, niet al te mooie dame die je niet direct met vrijgevochten seks associeert. Wellicht dat daarom het de mythe veertig jaar stand kon houden. De schrijfster bekende later dat de basis voor deze roman voortkwam uit haar kinderfantasieën. Morriën: ‘Er zijn in deze roman genoeg aanwijzingen te vinden die het mogelijk maken O’s behoefte aan vernedering te zien als een, zo men wil gederangeerde, vorm van christelijke boetedoening.’

Daarbij dient aangetekend te worden dat het geen autobiografische tekst is van iemand die lid was van een mysterieus sm-genootschap. Wel liet de schrijfster zich tijdens haar leven seksueel niet onbetuigd. Met zowel mannen als vrouwen. Dat biseksuele element is duidelijk in de tekst doorgedrongen. De stukken waarin O met vrouwen te maken krijgt zijn vele malen erotischer. (Dat appelleert wellicht opnieuw aan een mannelijke fantasie.)

In Vijftig tinten grijs wordt een wereld geschapen die afgebakend is. Een beetje braafjes. De nieuwe alledaagsheid met ‘stoute spelletjes’ tot wederzijds genoegen. Er worden geen ketenen afgeworpen, niets wordt onderzocht. Tot hier en niet verder. Van den Boogaard: ‘De seksualiteit krijgt een plaats naast een goede bordeaux of een fraaie zonsondergang. Van bevrijding is geen sprake meer, eerder van een plicht tot consumptief genot.’ Juist het contact met de zwarte kanten van de ziel, inclusief de wreedheid die in velen schuilt, maakt Het verhaal van O tot een interessant literair werk. Nog even intens als zestig jaar geleden. Als het al zo zou zijn dat vrouwen uit de roman geen – excusez le mot – bevrediging kunnen halen, dan geldt dat in elk geval niet voor de schrijfster. Het verhaal O is eigenlijk geschreven vanwege een weddenschap – vrouwen zouden volgens Jean Paulhan geen erotische boeken kunnen schrijven – en om haar baas, dezelfde Paulhan seksueel aan haar te binden. Met succes, want tot zijn dood hadden ze een heftige, geheime relatie.

In vergelijking met het Het verhaal O dat al zestig jaar nasiddert, kunnen de grijstinten worden bestempeld als vluggertjes, niets om het lijf zogezegd.

Guus Bauer

Pauline Réage – Het verhaal van O. Vertaald door Adriaan Morriën. Lebowski, Amsterdam. 208 blz. €17,50.