Uitbreidende universums

Er komt weer geen normaal persoon in voor. Chase Insteadman heeft als kind in een tv-serie gespeeld en ontleent daar nog steeds zijn beroemdheid aan, die misschien wordt overschaduwd door zijn vriendin Janice, de astronaute die vastzit in een ruimtestation dat in een soort Chinees mijnenveld zweeft en dan krijgt ze ook nog kanker in haar voet. Het vreemdst van al is Perkus Tooth, een zwerverachtige figuur met een fenomenaal geheugen die verbindingen legt tussen filmscènes, popsongs en de werkelijkheid. En dat zijn nog maar drie opmerkelijke personen uit het New Yorkse leven dat opgeroepen wordt in De chronische stad van Jonathan Lethem.

Chase raakt gefascineerd door de wereld van Perkus en komt bijna dagelijks in zijn gribusachtige appartement over de vloer om al dan niet onder invloed van joints de meest spectaculaire theorieën aan te horen. Waarom is er opeens een gigantische vraag naar chaldrons, een perfect geschapen soort vaas? Hebben de plotseling instortende gebouwen te maken met een gigantische tijger die los door de straten loopt en steeds onverwacht opduikt en puin achterlaat? Leeft Marlon Brando nog en kan hij de stad redden? Perkus weet het antwoord op alle vragen.

Naarmate je vordert in het boek is steeds duidelijker dat fictie en werkelijkheid op veel plaatsen door elkaar lopen. Zo bestaat er helemaal grote tijger, maar de angst ervoor komt de bouwers die bezig zijn met de aanleg van een metrolijn wel goed uit. Zo kan een bedelaar veranderen in een internetmiljonair. Op den duur is niets meer zeker en misschien is het dat wel wat Lethem probeert te zeggen met het boek. We leven in een stad die opgetrokken is uit fictie, wat echt of waar is doet er niet meer toe, alleen de mate waarin je meegaat in die fictie.

In De chronische stad komen prachtige figuren voor en intrigerende locaties, zoals een gebouw waar alleen honden wonen, die allemaal een eigen appartement hebben en af en toe een zwerver die er gratis bij in trekt, maar al die fantastische couleur locale verhult niet dat het boek gewoonweg te dik is. Bijna vierhonderd kloeke bladzijden met veel lelijke zinnen. ‘Nu had ik opnieuw last van mijn gevoel van zich uitbreidende universums. Perkus en Noteless konden elkaar dan ontmoeten, toch bleven zij voor altijd van elkaar gescheiden, wederzijds ontoegankelijke entiteiten.’

Bovendien zorgt dat spelletje tussen fictie en werkelijkheid ervoor dat je je steeds minder betrokken voelt bij de personages. Dat kan misschien ontluisterend als je voor de eerste keer dit thema tegenkomt in een boek of een film, maar hier eindig je toch tussen de decorstukken met figuren die je koud laten.

Coen Peppelenbos

Jonathan Lethem – De chronische stad. Vertaald door Rob van Moppes. Prometheus, Amsterdam. 392 blz. € 24,95.

Verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 28 mei 2010.