Dinsdag 23 april spreken twee vertalers van Awater van Martinus Nijhoff op het City2cities-festival in Utrecht. Ard Postuma (Duits) en Fernando Venâncio (Portugees) worden door Thomas Möhlmann geïnterviewd over hun kijk op de gedichten. Tzum stelde meester-vertaler Ard Posthuma alvast drie vragen en kreeg daarbij al een voorproefje van een deel van de vertaling.

In Awater zitten een paar uitdrukkingen die bijna spreekwoordelijk zijn geworden in het Nederlands, zoals ‘De schrijfmachine mijmert gekkepraat. / Lees maar, er staat niet wat er staat.’ Maakt dat het vertalen extra lastig?

Je mag natuurlijk niet de illusie hebben dat jouw vertaling in de doeltaal ook spreekwoordelijk gaat worden (behalve misschien als het om een wereldwijd bekende tekst als Shakespeares Hamlet gaat), maar je moet er wel naar streven. De retorische figuur in ‘Lies nur, was dasteht, steht nicht da’ (voor de kenners: een chiasme) is dan ook bewust gekozen om die regel kracht bij te zetten. Het vertalen wordt er niet perse moeilijker door, hooguit nauwkeuriger. Je gaat er vanzelf ‘spreekwoordelijker’ door vertalen: Nijhoff schrijft bijvoorbeeld: ‘er brandt vuur in de schouw’, dat is bij ons niet spreekwoordelijk geworden, maar mijn vertaling ‘vom Dach steigt Rauch’ is een citaat, ontleend aan een bekend gedichtje van Bertolt Brecht.

Een andere moeilijkheid lijkt me het klankrijm klankrijm aan het eind van de regels. Kon je dat behouden?

Ik ben Awater gaan vertalen juist als experiment om uit te vinden of dat klankrijm inderdaad te handhaven was. Dat bleek inderdaad mogelijk, zelfs bij de vertaling van Awaters ‘lied’ dat niet alleen in alle regels de [ ie] als klankrijm heeft, maar bovendien ook nog de rijmstructuur van het sonnet (dit lied is naar men weet een vrije vertaling van een sonnet van Petrarca). Dat was dan ook de lastigste passage van het hele gedicht:

– Die Immertröstende, die immer mir

im Schlaf mit ihrem Kommen Glück verhieß,

sie kam; zerstört war, als sie mich verließ,

was mein Verlust als Halt geschaffen mir,

Trauer, gemischt mit Schrecken, sprach aus ihr,

die, hingekniet, mich jäh erstarren ließ.

Ich hörte, wie sie mir den Glauben pries,

doch bracht es weder Freud’ noch Hoffnung mir:

»Am letzten Abend – du erinnerst dich? –«

sprach sie, »rügte ich deine Tränen nicht,

als ich der Welt entsagte und entwich.

Mir blieb nur eins noch, meine letzte Pflicht:

dir nehmen, was die Hoffnung dir erschlich,

dass je ich zu dir käm in irdischem Licht.«

Maar over het algemeen is het niet zo moeilijk die assonanties te handhaven. Ik heb na Awater het hele middeleeuwse Chanson de Roland (waar Nijhoff die versvorm van had afgekeken) uit het Oudfrans vertaald, en dan heb je het over vierduizend regels. Overigens heeft Paul Claes Awater eveneens met klankrijm in het Frans vertaald, maar zoals hij zelf zei Romaanse talen rijmen heel gemakkelijk. De Russische vertaalster negeerde de assonanties met het argument dat het Russisch daar te weinig klinkers voor had. De Engelse vertaler had een nog veel doorzichtigere smoes: in het Engels zou het klankrijm voor het oog gedeeltelijk onzichtbaar worden omdat je in die taal elke klank zo verschillend kunt spellen. Alsof gedichten niet ook voor het oor bestemd zouden zijn!

Over de betekenis van Awater is al een halve bibliotheek volgeschreven. Heb je, tijdens het vertalen, nog iets nieuws ontdekt in de tekst?

Ik heb maar tweederde van die halve bibliotheek gelezen, dus ik kan niet met zekerheid zeggen of wat ik ontdekt heb iets nieuws is. Ik denk van wel en dat betreft specifiek over het klankaspect van Awater. Ook dat zal ik dinsdag a.s. uit de doeken doen.