Aangereden door een duinkonijntje

Zijn boeken zijn alleen nog maar tweedehands verkrijgbaar, op literatuurlijsten zulje zijn titels tevergeefs tegenkomen, maar zijn naam is verbonden aan een prijs: Bob den Uyl. En hij blijft onder de aandacht dankzij het jaarlijkse Bobschrift dat een aantal fanatici elk jaar uitbrengt, een tijdschrift dat gewijd is aan leven en werk van de Rotterdamse auteur. De bijdragen eraan zijn van wisselende kwaliteit, maar het tijdschrift is met liefde en passie in elkaar gezet. Dus geen kwaad woord over Bobschrift 2013.

L.H. Wiener volgt de schrijver het letterlijkst na door een ellenlange treinrit van Haarlem naar Groningen te ondernemen, geplaagd door vertragingen, een schreeuwende baby en mopperende conducteurs. ‘Bob den Uyl zou hiervan genoten hebben.’ In Groningen rept hij zich naar café De Wolthoorn waar hij een kunstminnares ontmoet aan wie hij een oneerbaar voorstel zou willen doen. Den Uyl-liefhebbers weten dan al wel dat wens en werkelijkheid meestal niet synchroon lopen.

Nieuwsgierig werd ik door het stuk naar de film die Peter Scholten in 2012 uitbracht over Bob den Uyl. Dat komt niet alleen door de vele acteurs en auteurs die meedoen om het leven van Den Uyl in kaart te brengen, maar door het optreden van een van die auteurs in het bijzonder: Rascha Peper. In haar laatste verzameling columns heeft zij geschreven over Den Uyl die haar werk becommentarieerde.

Zo vertelt schrijfster Rascha Peper over het mentorschap van Bob den Uyl, terwijl Jan Donkers een stuk voorleest en daarbij zijn lachen niet kan inhouden. Dat alles in elkaar overloopt, blijkt een paar scènes later, waar acteur Fred van der Hilst zittend in een restaurant denkt dat Rascha Peper een oogje op hem heeft, maar merkt dat haar blikken voor Jan Donkers bestemd zijn, een knipoog naar Bob den Uyls aandacht voor Rascha Peper. In die betreffende scène is plotseling iedereen acteur, iets dat vaker terugkeert.

De film staat integraal op het YouTube-kanaal van RTV Rijnmond en is hieronder te zien.

In de stukken horen we gelukkig ook vaak de stem van de schrijver, altijd op weg naar een nieuw ongeluk. Bert Bokhoven interviewde de schrijver begin jaren zeventig voor het tijdschrift Lijn vijf en vraagt of de schrijver nog wel eens fietst.

Fietsen is de uiterste vorm van alleen zijn (begint te brullen van het lachen). Ik ben slechts een keer aangereden door een duinkonijntje. Ook ben ik nog eens de slotgracht van een oud kasteel ingereden.

Aan dit nummer werkten verder onder andere mee Mensje van Keulen, Jan Siebelink en biograaf Nico Keuning. Het is te hopen dat het Bobschrift de aandacht voor de schrijver weet te wekken en dat er weer een boek van hem in druk verschijnt.

Bobschrift 2013, redactie: Ivar Schutte en Mark van Leeuwen. Douane, Rotterdam. 96 blz. €10. (Bestel hier)

Coen Peppelenbos