Een gedicht dat leest alsof het in één woedende sessie op papier werd gesmeten 

Waar wel eens – wat mij betreft ten onrechte – wordt beweerd dat Leo Vroman (1915-2014), Willem Frederik Hermans (1921-1995) en Gerard Reve (1923-2006) zo langzamerhand vergeten dreigen te raken, moet worden vastgesteld dat de belangstelling voor hun generatiegenoot Max de Jong (1917-1951) zelfs meer dan zeventig jaar na zijn dood nog nauwelijks verflauwt. 

Hij leeft, om met Lodewijk Wiener te spreken, zie het slot van dit stuk, ‘over tijd en ruimte heen’.

Dat is zeker niet in de laatste plaats te danken aan de inspanningen van Bob Polak, die voorzitter a.i. is van het Max de Jong Genootschap i.o., redacteur van het eenmalig (op De Jongs 105de geboortedag) verschenen Max de Jong magazine, bezorger van Max de Jongs Aforismen en diens Verzamelde gedichten en auteur van Dansen volgens Max de Jong en Bij het gedicht Heet van de naald van Max de Jong.

In de inleiding van laatstgenoemde uitgave stelt Polak dat De Jong bekend staat om twee publicaties: zijn Dagboek en het gedicht Heet van de naald dat nog bij leven van de dichter werd uitgegeven door Van Oorschot. Na die eerste druk beleefde het uit 91 kwatrijnen bestaande gedicht nog vijf of zes drukken. Als je de complete weergave van het gedicht in 1968 in Tirade niet meetelt – het is immers geen zelfstandige uitgave ervan – bevat Bij het gedicht Heet van de naald van Max de Jong de zesde druk en is de opname in de Verzamelde gedichten dus druk 5. Beide fraai verzorgde uitgaven in beperkte oplage dateren van eind vorig jaar.

Van het Dagboek van Max de Jong verschenen aanvankelijk enkele roofdrukken. De auteur had bij testament vastgelegd dat het niet mocht worden uitgegeven en de erven, dat wil zeggen de zus van Max de Jong, heeft zich daar aan gehouden. Pas in 2016 is het dagboek officieel uitgegeven door Van Oorschot, bezorgd door Marsha Keja en ter stimulering van de verkoop voorzien van een buikbandje met de tekst:

Het dagboek dat niemand mocht lezen.

Gezien de eerder gememoreerde activiteiten van Bob Polak behoeft het geen betoog dat hij op Facebook het nog dit jaar bij Uitgeverij Fragment te verschijnen Bij het dagboek van Max de Jong heeft aangekondigd.

Heet van de naald is zoals gezegd een gedicht dat bestaat uit 91 kwatrijnen en dus uit 364 regels. Dat lijkt nogal veel voor de conclusie die in de laatste regel is vervat:

jammer is zo iets.

Die regel versterkt wel de indruk, die ook door de titel lijkt te worden bevestigd, dat al die 91 kwatrijnen in één keer, als het ware in een roes, aan het papier zijn toevertrouwd door een bezeten iemand. Het gedicht leest als een noodkreet van een wanhopige en begint met:

Ach, hoe kan ik nu ook schrijven
zij is getrouwd met een ander
en heeft kinderen
zoals het moet

ik daarentegen zoek vruchteloos
naar het recept
om van twee halve vriendinnen
een hele te maken

De tiende regel luidt:

ik heb het verkeerd gedaan

en de 357ste:

ik heb het hopeloos verknoeid

De dichter kijkt terug op één grote, hopeloze mislukking die hij, zo lijkt het, in één keer van zich af probeert te schrijven.

In Bij het gedicht Heet van de naald van Max de Jong toont Bob Polak aan dat die indruk niet helemaal juist is. Hij heeft ontdekt dat De Jong er nog in de drukproeven aan heeft gesleuteld en zelfs na de eerste druk nog wijzigingen heeft aangebracht. Deze werden door Polak in de vijfde en zesde druk van het gedicht overgenomen.

Dat Max de Jong toch nog heeft zitten morrelen aan Heet van de naald nadat het in 1947 voor het eerst in druk was verschenen, doet niets af aan de urgentie die ervan uitgaat. De indruk dat het hele gedicht in één woeste schrijfsessie uit de mouw werd geschud, is juist de essentie ervan. Het vertrek van Neeltje Wibaut, die zich in Canada zou verenigen met haar man, vormde de aanleiding voor deze verwoede poging om een onbereikbare liefde te verwerken.

De Jong probeert op geen enkele manier het gedicht te stileren anders dan dat hij het opdeelt in 91 keer vier regels. Er is geen sprake van rijm of ritme of van andere stijlmiddelen die poëzie kenmerken. Is hier wel een dichter of een schrijver aan het woord?

een schrijverschap waar het
centrum aan ontbreekt
blijft noodzakelijkerwijze
aan de periferie

Des te meer valt dat te betreuren, omdat

had ik haar gekregen
dan had ik vermoedelijk
de Nobelprijs
op mijn sloffen gehaald

In het Dagboek komt de geëmigreerde Neel Wibaut een paar keer terloops ter sprake, zoals wanneer De Jong op 7 april 1950 schrijft dat hij van haar heeft gedroomd. (Het dagboek begint op 24 november 1947 en eindigt op 26 mei 1951, twee weken voordat Max de Jong overlijdt aan een hersenbloeding. In de uitgave van Van Oorschot telt het bijna 700 bladzijden.)

Bij dezelfde uitgeverij die Bij het gedicht Heet van de naald van Max de Jong uitgaf, verscheen Over tijd en ruimte heen. Max de Jong revisited van L.H. Wiener. Wiener schrijft aan Max de Jong hoe hij in 1968 onder de indruk raakte van Heet van de naald dat in Tirade in zijn geheel was afgedrukt, ‘een afdaling in uw kwetsbare ziel, een getuigenis van onmacht en bestaansangst’.

Over tijd en ruimte heen kunnen mensen via de literatuur (soms) met elkaar communiceren. Ik heb dat bijvoorbeeld met Shakespeare, sterk zelfs (als ik wil mag ik Willem zeggen) en ik had dat ook met u, in de nummers 133 en 135 van Tirade.

Toen ik 23 was.
En nog steeds.
Een beetje schrijver is een neuroot.
Misschien begon het daardoor tussen ons.

Wiener eindigt zijn eerbetoon met ‘een hand en een diepe buiging’. Saillant is dat in het Tirade-nummer waarin het gedicht van Max de Jong zijn bewondering wekte,  ook dagboeknotities van C. Buddingh’ werden gepubliceerd die voor Wiener indertijd aanleiding waren voor een duchtige schrobbering.

Frank van Dijl

Bob Polak – Bij het gedicht Heet van de naald van Max de Jong. Uitgeverij Fragment. Oplage 125 exemplaren. € 20.
Max de Jong – Verzamelde gedichten. Bezorgd door Bob Polak. Statenhofpers. Oplage 125 exemplaren. € 79,50.
L.H. Wiener – Over tijd en ruimte heen. Max de Jong revisited. Uitgeverij Fragment. Oplage 150 exemplaren. € 17,50.