Olie op de golven

Het lijkt me fijn om Frits Abrahams te zijn. Ik kende zijn stukken nog die hij schreef in Vrij Nederland, toen dat blad er nog toe deed. Als columnist bij NRC Handelsblad heb ik hem niet gevolgd, maar daar is nu verandering gekomen met de bundeling Alles loopt altijd anders. Columns van een PvdA-er op leeftijd, getrouwd met een vrouw die geregeld mag opdraven in zijn stukjes, met de kinderen de deur uit en kleinkinderen om op te passen.

Het liefst blijft Abrahams in Amsterdam waar hij in de tram zit of in een café en dan vangt hij de stem des volks op. Het is mooi dat hij dat doet, dan hoef je dat zelf niet meer te doen. Frits Abrahams luistert naar goede muziek (Arvo Pärt), houdt van de goede films (Ingmar Bergman), leest de goede boeken (John Updike), kijkt het liefst naar een goede en goedmoedige tennisser (Roger Federer), heeft een afkeer van de juiste partijen (PVV) en gaat naar de goede tentoonstellingen (Stedelijk Museum). Af en toe, ik denk vooral om de column te kunnen vullen, gaat hij iets doen. Voorlezen van jaartallen als onderdeel van een conceptueel kunstwerk in het Stedelijk bijvoorbeeld of voorlezen van namen in kamp Westerbork. Het laatste gaat hem beter af dan het het eerste.

Je zult bij Abrahams nooit de drang zien om te scoren, zeker niet ten koste van iemand. Als je aan de ene kant van het politieke spectrum GeenStijl hebt met alle politieke hijgerigheid en hitserige relletjes, dan heb je aan de andere kant de columns van Frits Abrahams. Olie op de golven, dat zijn de columns van Abrahams. Als Ramsey Nasr in NRC Handelsblad tekeergaat tegen de normloosheid geeft Frits Abrahams in dezelfde courant het tegengeluid:

Als ik om me heen kijk, zie ik een ander land dan hij beschrijft.
Een land waarin ik omringd word door talloze mensen van goede wil en met een normaal ontwikkeld normbesef. Ik zie legioenen van vrijwilligers die elke dag belangeloos klaarstaan om allerlei individuen en instanties met raad en daad bij te staan. Ik zie kinderen liefdevol met hun bejaarde ouders omgaan, terwijl die ouders hun best doen om hun kinderen te helpen. Ik zie volle, enthousiaste zalen waar druk gedebatteerd wordt over politiek, kunst en cultuur.
Sorry, Ramsey Nasr, ik zie een land waar ik, ‘ondanks alles’, nog altijd zeer op gesteld ben.

De opinies van Frits Abrahams zijn allemaal zo keurig. Ik ben het redelijk vaak met hem eens. De anekdotes die hij vertelt zijn amusant. De stijl is verzorgd, met af en toe een Carmiggeltzin: ‘De vrouwen waren in de zestig, wat door de oudste van hen benadrukt werd met die diepe bronchiale hoest van de Limburgse mijnwerkers van vroeger.’ Misschien is de column van Frits Abrahams het weldadige, doordeweekse rustpunt in de jachtige journalistieke wereld, maar na een hele bundel verlang je toch naar de steek onder water, giftige zinnetjes en een flinke dosis politieke incorrectheid.

Coen Peppelenbos

Frits Abrahams – Alles loopt altijd anders. Van Oorschot, Amsterdam. 192 blz. € 16,-.