‘U moet de professoren Tamsma en De Koning op de Grote Markt halfnaakt aan staken binden, langzaam half dood martelen, vervolgens lichtelijk roosteren boven een kittig houtvuurtje en ten slotte ophangen aan de Martinitoren,’ was het niet al te vriendelijke antwoord van schrijver Willem Frederik Hermans toen hem in 1994 werd gevraagd om het literatuurfestival Winterschrift in Groningen bij te wonen. Nu, bijna twintig jaar later, alle mensen die Hermans het leven zuur maakten overleden of verdwenen zijn, wil Groningen nog steeds Hermans terug in de stad. Althans de collectie schrijfmachines waarvoor een goede plaats gezocht wordt.

Tzum berichtte er eerst over, het Dagblad van het Noorden nam het bericht over en het was vervolgens Rense Sinkgraven die verschillende instanties in Groningen opporde om mee te dingen naar de collectie schrijfmachines, die ooit al voor een groot deel in Groningen stonden in het huis van Hermans op de hoek van de Ossemarkt en Spilsluizen. Maar de ambities reiken verder, blijkt vandaag in het Dagblad van het Noorden: wethouder Dig Istha droomt al van een W.F. Hermansmuseum.

Op de site van De Nabestaanden staat Groningen voorlopig op een derde plaats als het aan het publiek ligt. De twee andere kandidaten voor de collectie hebben tot nu toe meer aanhangers in stelling gebracht. U kunt nog stemmen. De stemmen worden meegenomen bij de keuze van de jury.