In het Letterkundig Museum te Den Haag is een bescheiden hommage aan de vorige week overleden dichter en liedtekstschrijver Michel van der Plas ingericht. De tentoonstelling bevat onder andere foto’s, brieven, het omslagontwerp voor de bundel Twee emmertjes water halen (gekalligrafeerd door Eppo Doeve) en een geschrift van Godfried Bomans. Deze laatste schreef samen met Van der Plas het werk In de kou, ‘over hun roomse jeugd en hoe het hun verder verging’.

De twee schrijvers deelden een vriendschap die voor de buitenwereld niet altijd goed te begrijpen was, omdat ze elkaar publiekelijk hebben bekritiseerd. Bomans was eigengereid, Van der Plas de man op de achtergrond. Dit blijkt onder andere uit het aan Bomans toegeschreven gedicht, dat eigenlijk uit de pen van Van der Plas kwam en bekend is door de onsterfelijke regels: ‘Ik zit me voor het raam onnoemelijk te vervelen. Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.’ Van der Plas zette voor de grap de naam van zijn vriend onder het gedicht, nog onwetend van de vlucht die zijn zinnen zouden gaan nemen.

Van der Plas schreef ook Bomans, een biografisch werk over Godfried Bomans in zijn jonge jaren. Wat Bomans over Van der Plas op papier heeft gezet is vanaf nu te zien in Den Haag.