De achterkant van de taal

Bart Stouten (1956) is dichter en schrijver en al bijna vijfentwintig jaar zo goed als dagelijks te horen op de Vlaamse radio. Hij is de eloquente anchorman (geweest) van programma’s als Het pak van Sjaalman, Zegge en schrijve, De tuin van Eden, Bellevue en natuurlijk Stouten op zondag. Steevast weet hij muziekstukken en teksten enthousiast onder de aandacht te brengen. Tegelijk heeft hij een sterke kalmerende werking. Stouten is een rustpunt. Hij is de man van de welluidende stilte. Een ogenschijnlijke paradox in radioland.

Stouten is een kenner van vooral de klassieke muziek en draait zelf zijn hand niet om voor het spelen van Bach op klavecimbel, orgel, dan wel piano. Met het afscheid van zijn geliefd klavier opent zijn nieuwe boek Kersen eten om middernacht.

Ik ben een laatste maal aan de piano gaan zitten. Dezelfde piano waar de oudste lagen van mijn herinnering op rusten. De piano die er al was toen mijn geheugen nog niet beslist had kostbare momenten uit de eerste jaren van mijn leven van de ondergang te redden. […] Geen ruimte meer in de kleine penthouse waar ik mijn oude dag ga beginnen, geen ruimte meer in een leven dat te ver is afgedreven van de amateuristische speelstijl waarmee je, zoals je op een gegeven moment gaat beseffen, eigenlijk niemand gelukkig maakt – zelfs jezelf niet helemaal.

De toon is direct gezet. Bondig en lyrisch tegelijk. De auteur belooft in zijn voorwoord een poging te wagen zijn verleden, muziek, stilte, taal en radio samen te brengen. Van tevoren valt te melden dat hij daar volledig in is geslaagd. Maar zelden is een boek zo in balans. Sterker nog: de balans die een mens, als het goed is, gedurende zijn leven probeert te vinden is in deze essayistische roman het hoofdthema. Zoals eenieder wankelt ook Stouten door de tijd, maar hij lijkt uiteindelijk zijn evenwicht te hebben gevonden.

De latere woordkunstenaar Stouten was een frêle jongetje met niet veel vrienden. Vanwege de kans op astmacrisissen moet hij van zijn moeder, een overbezorgde lerares wiskunde, veel binnenblijven. Gelukkig maar, zeggen we nu, want waarschijnlijk is daar de basis geschapen voor de vlucht in taal. Bepaalde jongelingen weten namelijk ergens onderhuids dat ze ooit met woorden alles kunnen verslaan (sic!) en zelfs het machteloze overwinnen. ‘Taal is voor mij een blusapparaat.’ Zijn vader, werkzaam bij het leger, was er de man niet naar om in te gaan op zijn kleine beproevingen. Een mooie dualiteit, altijd een goede basis voor een schrijver.

Ik schreef. Ik was amper een jaar of tien, maar ik schreef al over die dingen. Ik schreef over de desolaatheid van mijn eigen leven. Niet om me op te sluiten in donkere gevoelens die daar als een ruis omheen hingen. […] Nee, het was geen ijdelheid, geen verlangen naar het Grote Schrijverschap – dat verlangen had mij nog niet ingepalmd, ondanks de schuchtere schrijfpogingen die zich toch al als vroege herauten van een toekomst in het woord aandienden.

Stouten weet precies de goede mix tussen weemoed en beschouwing te vinden, tussen persoonlijke ontboezemingen over jeugd, adolescentie, studietijd, de eerste werkervaring, al dan niet prille liefdes en essayachtige stukken over muziek, literatuur en kunst. Kersen eten om middernacht is tegelijk ontroerend en slagkrachtig. Stouten is overduidelijk een erudiet mens, maar loopt daarmee in zijn teksten, evengoed als in het dagelijkse leven, niet te koop.

Dat is wat ik wil, in deze tekst, net zoals Mozart in zijn muziek: door mijn leven lopen met een lichte tred, zonder de lezer te besmetten met de akelige momenten die achter me liggen.

De taal is fijnzinnig, origineel, en ja, ook poëtisch – hallo, het is proza van een begenadigd dichter – maar beslist niet gezocht. Eerder kan je spreken van een soepele stem. Dit is de manier waarop een leven, een zoektocht moet worden samengevat. Zonder op te dringen. Zo moet je omgaan met herinnering: je blootgeven tussen de regels door. De mens Stouten krijgt in dit boek gestalte. De wording is een leerproces voor eenieder die daarvoor open wil staan.

Ach, de slapende hond van je verleden wordt bij de geringste herkenning wakker geschud. Dat verleden wil als vanouds geaaid worden, gevoed met nieuwe genegenheid. Het wil gesust worden in een verlangen om bij je te blijven.

Het heeft een zekere elegantie hoe Stouten zijn ‘stokpaardjes’ zoals Bach, Bartók, Mahler, Mozart, kabukitheater, zen, Japan in het algemeen, klezmermuziek, atonale componisten, Handke, Dante, Beckett en Pessoa verweeft met zijn persoonlijke herinneringen. Wanneer door een noodlottig verkeersongeval zijn beide ouders en tweelingzusje de dood vinden, ontdekt Stouten, amper vijftien jaar, onnozel-romatisch en herstellende in een Duits ziekenhuis, de helende kracht van het magnum opus van Marcel Proust A la recherche du temps perdu. Het vijfduizend pagina´s tellende werk zal van invloed blijven op zijn verdere ontwikkeling. De lezer van Kersen eten om middernacht krijgt op de koop toe nog een paar interessante analyses van het meesterwerk van Proust. Ja, verander het lijden in kunst.

Natuurlijk is ook taal muziek. Het kan gek klinken, maar soms, zoals op dit ogenblik, soms hoor ik muziek terwijl ik deze woorden schrijf. Dat kan bestaande muziek zijn, het soort klank dat me tot een bepaalde melodische aanpak inspireert, maar het kan ook nooit eerder gehoorde muziek zijn, die uit woorden zelf lijkt op te staan. […] Ik schrijf mijn zinnen, ik geef ze zoals ze zijn. Meer kan ik niet doen. Minder zou niet genoeg zijn. Een luisteraar luistert. Net zoals wij allemaal, bedreven in het lezen van de eenzame wereld. […] Mensen verlangen naar stilte als een verlossing van hun gekwelde zelf.

Kersen eten om middernacht is een voortreffelijke exercitie in de kunst van de weemoed, een polyfoon boek; een fuga in woorden. Je zou het in de brievenbus moeten duwen van elk weldenkend mens, of eenieder die het aandurft dat te willen worden. Stilte! Kersen eten om middernacht lezen! Misschien met – heel zachtjes – wat gregoriaanse gezangen op de achtergrond.

Guus Bauer

Bart Stouten – Kersen eten om middernacht. De Bezige Bij, Antwerpen, 240 blz. € 19,95. (de bijbehorende dubbel-cd kost € 22,99)