In 2013 is het 150 jaar geleden dat Louis Couperus geboren werd. Daarom is het dit jaar Louis Couperusjaar. Reden voor Doeke Sijens en Coen Peppelenbos om het Verzameld werk van de schrijver te lezen van deel 1 tot en met deel 50. Vandaag deel 36: De ongelukkige.

De laatste Moor

De ongelukkige van Louis Couperus begint kleurrijk. Vrij letterlijk, want op de eerste tien bladzijden wemelt het van de kleuren. Als ik goed geteld heb: azuur (1x), blank(t)(e) (12x), blauw(e)(n)(de) (10x), bleek(te) (6x), blond(e) (4x), bronzene (1x), dofgoud (1x), donkerblauw (1x), geel (1x), gelig (1x), goudachtig (1x), goudblank (1x), goud(en)(en) (5x), goudbrond (1x), goudkleurig (1x), groen (1x), kopergloed (1x), nachtblauw (1x), nachtzwarte (1x), oker (1x), opalen (1x), parelmoêr (2x), purper(en) (3x), rood(e)(n) (15x), roze (2x), ros (1x), rozig(d)e (4x), smaragdgroen (2x), wit(ter) (23x), zilver(en) (2x), zilverig (1x), zwart (5x), zwart(-)roode (2x).

In dit kleurfestijn wordt meteen duidelijk dat ook in deze in Spanje spelende roman het noodlot een belangrijke rol zal spelen. In een nachtelijk gesprek tussen Aboe-Abdallah, de Moorse vorst die in Granada resideert, en zijn gemalin Morayma, wordt duidelijk dat een voorspellende onheilsdroom uit zal komen. Het paar staat boven de Poort der Gerechtigheid.

Boven de poort is gebeeldhouwd de Hand en binnen de poort de Sleutel… Als ooit de Hand den Sleutel zal grijpen… zal de Moorsche macht uit zijn, Heer.

Het zal nog tot het einde van de roman duren eer het zover is, maar de lezer is gewaarschuwd, zoals ook Aboe-Abdallah gewaarschuwd is door drie wijzen die zijn levensloop al voorspeld hebben: ‘Hij zal heerschen tijdens het leven zijns vader,’ ‘Hij zal de Ongelukkige zijn,’ en ‘Hem zal de Granaatappel vallen uit de hand en anderen zullen de pitten plukken.’

De-ongelukkige CouperusCouperus begint aan De ongelukkige net voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Hij heeft door Spanje gereisd en in het zuiden heeft hij stof opgedaan voor deze historische roman. Aboe-Abdallah is natuurlijk, als laatste Moorse heerser in Spanje, een uitgelezen figuur om te beschrijven, omdat met zijn strijd tegen zijn eigen vader én tegen de katholieke koning de ondergang van een tijdperk beschreven kan worden. Daarom is het wel te betreuren dat Couperus, wellicht historisch correct, van Aboe-Abdallah een lijdzame figuur heeft gemaakt die zich al haast bij voorbaat schikt naar de voor hem zo ongunstige levensvoorspelling. Het is aan zijn ambitieuze moeder te danken dat hij nog af en toe in actie schiet.

Mark Cloostermans noemt De ongelukkige in het nawoord bij een recente heruitgave een ‘wervelende geschiedenis’, maar dat kan ik helaas niet met hem eens zijn. De zucht tot ellenlange beschrijvingen, met alle kleurschakeringen die je kunt bedenken, kon Couperus ook in deze roman niet bedwingen en je bent blij dat er zo af en toe weer een dialoog opduikt of een passage waarin de personages wat doen. De roman komt dan meteen tot leven. Het sterkst is dat het geval als Aboe-Abdallah zijn vrouw Morayma ten onrechte beschuldigt van overspel. De rechtszaak en het daarop volgende Godsgericht waarbij vier ridders voor de beschuldigde zullen strijden en vier ridders voor de beschuldiger behoren tot de beste pagina’s van het boek.

Over het algemeen blijven alle personages in dit boek vrij vlak. Aboe-Abdallah blijft fatalistisch, Morayma onderdanig, totdat ze gek wordt en er zijn voor de rest ook weinig opzienbarende karaktertekeningen. Alleen de krachtige moederfiguur steekt zo nu en dan af tegen de andere figuren. Zij durft bij de beschuldiging van overspel stelling te nemen tegen haar zoon en voor haar schoondochter. Afbreuk aan het realistische karakter van het verhaal doen de drie wijzen die te pas en te onpas vanuit het niet opdoemen om raad te geven. Ook bij het godsgericht lijkt men vanuit de hemel een potje mee te schaken op het wereldtoneel door een figuur te zenden die vier ridders net op tijd naar Granada kan brengen om voor Morayma te laten strijden. Daar wordt De ongelukkige een beetje fantasy. Je zou met gemak een actiefilm kunnen maken van deze roman met belegeringen en veldslagen, met vermeend overspel en een rechtszaak, met strijd binnen de familie en met af en aan vliegende wijzen. Maar het script voor die film zit goed verborgen in de taalkathedralen van Couperus.

Coen Peppelenbos

Louis Couperus – De ongelukkige. Volledige werken, deel 36, L.J. Veen, Amsterdam/Antwerpen, 1994 (oorspronkelijke uitgave Van Holkema & Warendorf, 1915). 280 blz.

Louis Couperus – De ongelukkige (Met een nawoord van Mark Cloostermans), L.J. Veen Klassiek, Amsterdam/Antwerpen, 2013, 280 blz.

(Afbeelding omslag via de site van het Louis Couperus Genootschap, waarop een schat aan achtergrondinformatie staat.)