Vandaag bracht het Louis Couperus Museum een noodkreet naar buiten over het voortbestaan:

LOUIS COUPERUS MUSEUM DREIGT TE VERDWIJNEN

Ondanks het feit dat het jubileumjaar 2023 meer bezoekers naar het Louis Couperus Museum bracht dan ooit blijkt het niet mogelijk een museum te blijven runnen op basis van privé-financiering alleen. Het museum bestaat nu bijna achtentwintig jaar, bij de gratie van entreegelden, opbrengsten van evenementen, bijdragen van vrienden, incidentele sponsoring en vooral, de reguliere bijdrage van een individuele mecenas – de oprichter van het Louis Couperus Museum en voorzitter van de stichting, Caroline de Westenholz.

Op 1 januari 2024 is de huidige tentoonstelling: Couperus non binair avant la lettre?, die veel stof heeft doen opwaaien in de media en onlangs zelfs op de televisie is geweest, voorbij. Dan dreigt het doek te vallen over bijna dertig jaar Louis Couperus Museum, waar in totaal drieënvijftig exposities zijn gewijd aan werk en leven van deze grote, Haagse auteur. Zo Den Haag iets is, is het de stad van Louis Couperus.

Waarom nu? De Westenholz: ‘Het is beter te stoppen op een hoogtepunt dan de zaak langzaam te laten doodbloeden. Zo kunnen we tenminste trots blijven op wat we hebben gepresteerd, met altijd maar één betaalde kracht en een legertje toegewijde vrijwilligers.’

Zoals een journaliste het eens omschreef: ‘Wat mij het meest aantrekt is dat steeds wordt geprobeerd te onthullen wat voor een soort man Louis Couperus was door hem zelf aan het woord te laten en hieromheen informatie te verzamelen, die ook zichtbaar wordt gemaakt. Ze zijn bij het museum tegelijk wetenschappelijk, literair en beeldend bezig.’ (Annemarie Buitenhuis, Haags Westnieuws, 1997). Het einde van een droom.

Wie gaat het overnemen? Laat de volgende mecenas nu opstaan!

De gemeente Den Haag doet weinig voor het museum zegt Caroline de Westenholz in NRC Handelsblad, het museum komt namelijk niet in aanmerking voor vaste subsidie:

Maar de vele verzoeken om steun voor het museum werden steeds afgewezen. Volgens de voorzitter omdat Couperus te chique en te moeilijk wordt gevonden. „Hij was een Hagenaar, geen Hagenees. De gemeente wil vooral bussen met toeristen lokken.” Ook haar voorstellen om het honderdste sterfjaar van de schrijver dit jaar groots te vieren, vonden geen gehoor.

Bas Heijne beaamt de minimale inzet van de gemeente: