Behaaglijk scepticisme

In het essay dat de beroemde Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa, in zijn autobiografiese boek, getiteld Een manier om ongeluk te bestrijden, heeft gewijd aan het werk van de beroemde Argentijnse schrijver Jorge Luis Borges, verwerpt hij zijn vroegere adoratie voor de beroemde Franse schrijver Jean-Paul Sartre, met evenveel overtuiging als waarmee hij dan het werk van zijn Argentijnse collega omarmt. Deze omslag komt mij voor als suspect, want waarom zou de houdbaarheid van de uitspraken die de Peruaan hier doet over het werk van Borges, een langer leven beschoren zijn dan de geldigheid van de uitspraken die hij eerder heeft gedaan over het werk van Sartre?

Het essay opent als volgt:

Als student had ik een hartstocht voor Jean-Paul Sartre. Ik geloofde heilig in zijn stelling dat een schrijver moet schrijven over zijn eigen tijd en de maatschappij waarin hij leeft, dat woorden daden zijn en dat wie schrijft, de geschiedenis kan veranderen. Tegenwoordig klinkt dit soort ideeën naïef en zelfs slaapverwekkend; wij leven in een tijd van behaaglijk scepticisme over de macht van literatuur en geschiedenis. Maar in de jaren vijftig was het voor velen van ons een meeslepende en opwindende gedachte dat een betere wereld mogelijk was en dat ook de literatuur daaraan moest bijdragen.

Met andere woorden: de overtuiging van deze auteur over wat literatuur vermag of niet vermag, is kennelijk aan tijd gebonden en zelfs inwisselbaar, of met nog andere woorden: zijn eigen geest is ondergeschikt aan de geest van de tijd. En een dodelijker oordeel valt over een schrijversgeest niet te vellen.Wat te doen als het werk van de schrijver Borges uit de mode raakt of op termijn ontmaskerd wordt als ‘een puur intellectuele aangelegenheid’, of ‘een literaire mythe, die de essentie van het leven eerder lijkt te onderdrukken dan te distilleren?’ Om maar enkele observaties te noemen die Mario Vargas Llosa zelf afweegt in zijn analyse van Borges’ werk. Borges’ beroemdste verhaal: ‘De Aleph’ is niets anders dan een exercitie in totale nonsens. Wij moeten Mario Vargas Llosa zijn verandering van inzicht gunnen, maar wij worden zodoende evenzeer gedwongen zijn huidige mening te wantrouwen, aangezien zijn opvatting een momentopname is. De auteur Mario Vargas Llosa leeft als filosoof en literator op de tijdbom van zijn eigen verschuivende, om niet te zeggen contrasterende wereldvisie.

        Een betere wereld?

        Wie heeft van zoiets zots nu ooit gehoord!

        Met de schrijver als voortrekker?

        Toe maar, de pen als zwaard!

Het behoeft dan ook geen verbazing te wekken dat de schrijver Mario Vargas Llosa zich sedert enige jaren voornamelijk als praktiserend politicus manifesteert, vol overgave werkend aan een betere wereld. Ik gun hem zijn droom. Waar de literatuur tekort schiet, daar neme de politiek het over! Alleen de atoombom bewaart de vrede.

In 2010 verwierf Mario Vargas Llosa de Nobelprijs voor literatuur, evenals de politicus Winston Churchill in 1953 voor hem.

Literatuur verwijst naar niets anders dan naar zichzelf, zoals ook iedere schrijver de schepper is van zijn eigen universum; een heelal, waarin hij als ster een eenzame baan om de aarde beschrijft en deze op zich zo paradijselijke planeet waarneemt als de sinistere afwerkplaats voor wellust, kwellust en moordlust, die de mens ervan heeft gemaakt.

L.H. Wiener