De kern van mededogen

Soms krijg je van een uitgeverij iets toegestuurd wat al zonder dat je het leest eruit ziet als een cadeau. Gedundrukt van Simon Carmiggelt (voor één keer uitgeleend aan Van Oorschot) is zo’n boek. Fijn slank formaat, mooie letter, de in zijn eenvoud altijd prachtige ontwerpen van Gerrit Noordzij, gebonden met leeslint, op dundrukpapier. Zo maak je dus boeken.

gedundrukt carmiggeltEn als je dan echt begint te lezen, dan strijden weemoed en bewondering om voorrang. Je kunt uit elk stuk wel en paar zinnen citeren die gewoon uitstekend geformuleerd zijn. Zinnen die je door de inhoud en door de constructie bijblijven of waarom je moet lachen. ‘Het is een klein, lelijk stadje en er gaat weinig om. Zelfs van de upper ten zijn er maar negen.’

Wat in de keuze uit zijn vele cursiefjes (‘verhalen’ staat voorin) vooral opvalt is hoe vaak de oorlog terugkomt. Dat waren de jaren waarin Carmiggelt zijn politieke naïviteit kwijtraakte. Het verhaal ‘Hooi’ speelt net na de bevrijding als de Binnenlandse Strijdkrachten foute politiemannen vervoeren naar het KNSM-terrein. Daar aangekomen worden ze getreiterd op bevel van iemand met ‘onduidelijke distinctieven’ totdat de chauffeur zegt: ‘Niet doen. Dat deden zij. Daarom waren we zo tegen ze.’ Je ziet meteen waar de sympathie van Carmiggelt ligt en misschien is dit stuk wel moralistisch, maar dan wel van een soort moraal waar ik van hou.

Of neem het verhaal ‘Weerloos’ over de Haagse hemdenmaker Blanche. ‘Maar hij hield van jongemannen in een tijd toen deze erotische variant niet behoorde te bestaan. Hij droeg het met behulp van een lichte zelfparodie. Zijn overtrokken beleefdheid – hij maakte onophoudelijk kleine buigingen – had een kern van spot die zijn dure klanten niet bemerkten.’

Dat merkt ook NSB-leider Anton Mussert die enkele zwarte hemden wil laten maken. De manier waarop de heer Blanche de leider bejegent kan als een vorm van klein, superieur verzet worden gezien. Hij neemt eerst de maten op.

Toen dat gebeurd was vroeg hij, weer met zo’n lichte buiging: ‘En mag ik nu, als het gepermitteerd is, zo vrij zijn te vragen met wie ik het genoegen heb?’
‘Ik ben Mussert,’ klonk het koel.
‘Meneer Mustert?’
‘Nee – Mussert.’
‘Spelt u dat, als ik zo vrij mag zijn met een sch?’
‘Nee, met twee ss’n natuurlijk.’
‘En met een d of een t op het eind?’

Door die oorlogservaringen worden ook de rest van de verhalen gekleurd. Je snapt de kern van mededogen voor bepaalde mensen, de onwrikbaarheid in sommige opvattingen, beter door die oorlog. Zelfs de verhalen over kinderen, die bij hedendaagse columnisten altijd ontiegelijk getrut opleveren, zijn te verteren bij Carmiggelt.

En toen las ik opeens een blog van Rob van Essen over Carmiggelt, een schrijver die hij vroeger erg waardeerde, maar nu niet meer.

De lezer wordt ingepakt door al die vondsten, de personages worden erdoor onschadelijk gemaakt. Je kan ze met geamuseerd mededogen aanschouwen, bijten doen ze niet meer. Eigenlijk zie je ze nauwelijks: ze worden aan het zicht onttrokken door de brille van de schrijver. Kijk eens wat ik kan, zegt de schrijver. En de lezer kijkt genietend toe. Dat is wat al die aaneengeregen vondsten doen: ze zorgen voor tevredenheid bij de lezer, en misschien is dat waarom ik Carmiggelt niet meer kan lezen: ik wil geen tevreden lezer meer zijn.

Heeft ie eerst al de nieuwe roman van Donna Tartt kapot geschreven en nu gaat ie dat doen met Carmiggelt. Ik ben het niet met Van Essen eens. Wat ik juist zo bewonder is zijn vermogen om aan d ene kant te citeren uit de wereldliteratuur en aan de andere kant over gewone mensen te schrijven, zonder dédain, zonder mensen te kleineren. Je snakt naar een columnist die dat vandaag nog zou kunnen. Dat de taalvondsten Van Essen zo tegenstaan komt misschien door de overdaad aan stukken in zo’n bundel. Daarom moet je ook maar een paar verhalen per dag lezen. Dan ga je deze schrijver weer waarderen. Ik mis zo’n stem, zo’n stijl in de krantenstukken van nu.

Gelukkig staat Gedundrukt al weken in de bestsellerlijsten en is het boek binnen de kortste keren herdrukt. Wat mij betreft mag Carmiggelt vaker uitgeleend worden aan Van Oorschot.

Coen Peppelenbos

Simon Carmiggelt – Gedundrukt. Van Oorschot, Amsterdam. 310 blz. € 24,90.