‘Schrijven is schrappen.’ Deze inmiddels tot cliché geworden wijsheid (van Godfried Bomans als ik mij niet vergis) geldt voor sommige auteurs ook ná publicatie van een tekst.

In februari 1986 kocht ik, nieuw, de niet lang daarvoor verschenen derde druk van Peter Andriesse – Zuster Belinda en het geheime leven van dokter Dushkind (Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam 1985).

Onlangs – in oktober 2013 – ‘verwierf’ ik een eerste druk van datzelfde boek (De Bezige Bij, Amsterdam 1971). Twee zaken vielen mij meteen op: 1. de derde druk is een fotografische herdruk van de eerste; en 2. op de titelpagina van de eerste druk staat ‘door Peter Andriesse in samenwerking met dr. Sj. Winterman’, terwijl de derde druk slechts vermeldt ‘door Peter Andriesse’.

Hela hola, dacht ik, een fotografische herdruk waaraan de in het origineel wel genoemde Winterman niet heeft meegewerkt – hoe zit dat? (Een Winterman, zo bleek al snel, over wie ik nergens iets kon vinden.) Ik legde Peter Andriesse de vraag voor:

wie is toch die Sj. Winterman, ‘in samenwerking met’ wie (volgens de eerste druk) ‘Zuster Belinda etc.’ geschreven werd?

Andriesse antwoordde:

Dr. Sj. Winterman is een fancynaam, er werd al eens verondersteld dat W.F. Hermans werd bedoeld. Dan toch eerder Jeroen Brouwers, met wie ik tijdens het schrijven van het feuilleton bevriend was en regelmatig briefwisselde (hij woonde in België). Hij schreef soms een aflevering van “Belinda” in zo’n brief, daaruit pikte ik wel enkele fragmenten of liever namen en eigenschappen. Zo is mevr. Ribbius met het houten been afkomstig van Brouwers, ook de Gigolo Angelostraat, en nog zo het e.e.a.

Schrapte Peter Andriesse alleen een naam van het titelblad, de door hem genoemde W.F. Hermans herzag de tekst van al zijn boeken voor iedere herdruk – voor alleen al het noemen van al die Hermansvarianten zijn waarschijnlijk honderden pagina’s nodig, dus daaraan begin ik hier niet eens. De andere door Andriesse genoemde auteur, Jeroen Brouwers, is in dat opzicht wat bescheidener. De enige roman die hij daadwerkelijk herzag, na een aantal drukken, is Het verzonkene – de eerste druk verscheen in 1979 bij De Arbeiderspers. Brouwers schrapte in (uit) dat boek de polemische passages tegen het ‘experimenteel’ of ‘ander’ proza. Omdat hij die stukken te gedateerd vond nadat de bloeitijd van dat experimentele proza voorbij was – het werd nauwelijks nog geschreven en nog minder gelezen.

Wat Brouwers ook schrapte: enkele complete verhalen uit zijn vroege bundels Het mes op de keel (Manteau, Brussel/Den Haag 1964) en De toteltuin. gevallen van de sfinx (A. Manteau n.v., Brussel/Den Haag 1968). De bundels mochten van Brouwers niet worden herdrukt, omdat hij er niet langer tevreden over was. In de verzamelbundel Verhalen en levensberichten (Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1983) nam hij slechts één verhaal op uit Het mes op de keel (hij schrapte er drie: ‘Orpheus’, ‘Dode vrucht’ en ‘Geestelijke dochter’), en dan nog in de herschreven versie waarin dat verhaal – ‘Thijmen Hoolwerf’ – werd afgedrukt in De toteltuin. Uit De toteltuin schrapte Brouwers alleen het titelverhaal voor de herdruk in de hierboven genoemde verzamelbundel.

Maar een auteur kan meer schrappen uit zijn of haar debuut dan Brouwers deed. Enter Chrétien Breukers.

Op de website van Poëzie-uitgeverij WEL heeft Breukers een auteurspagina. Op die pagina de gebruikelijke auteursinformatie, in dit geval staat er (de pagina is voor het laatst bewerkt op ‘woensdag 21 oktober 2009 18:18’):

Chrétien Breukers (Leveroy, º1965) maakte bij WEL zijn debuut met ‘De rand van het domein’ in 1989. Hij studeerde Algemeen Literatuurwetenschap in Nijmegen, was redacteur van het tijdschrift Tristan en de bekende poëziereeks De Windroos en is momenteel o.a. redacteur van De Contrabas en freelance tekstschrijver.

Samen met Hein Aalders stelde hij ‘Alles is er nog’ samen, de verzamelde gedichten van Jan Kostwinder (Thomas Rap, 2003).

Of deze zoon van Limburg zijn eerste dichtbundel verloochent weet ik niet, maar Chrétien Breukers schrapte hem in zijn geheel. En dat leverde op de site van WEL een prachtige readymade op:

OP VERZOEK

Omdat de dichter geen enkel gedicht uit

zijn debuutbundel nog goed genoeg vindt,

respecteren we zijn wens

om er niets uit te publiceren.

Hier geldt: schrappen is schrijven.

Karel ten Haaf