Een onuitsprekelijke waarheid

Je kwam niet.
De hele avond heb ik in de wilgenboom op je gewacht,
heb ik met zoemende muggen rond mijn hoofd en klevend
sap in mijn haar uit zitten kijken tot je zou terugkomen uit
het dorp.
Maar je bleef zo lang weg. Je kwam helemaal niet.

Aan het woord is de 18-jarige Judith Finch die zich tot haar voormalige grote liefde Lucas richt. Judiths verhaal laat zich in drie duidelijk te onderscheiden episodes verdelen: ‘Ervoor’, wat ze in nauwelijks een halve pagina verhaalt en een erg uitgebreid ‘Erna’, waarvan de impact nog steeds verregaande consequenties heeft op haar huidige leven, het ‘Nu’.

Julie Berry Wat ik weetIn wijd uitdijende flashbacks haalt Judith herinneringen op aan haar ontvoering en haar terugkeer naar het kolonistenstadje Roswell Station, twee jaar later. De ingrijpende gebeurtenis heeft Judith zowel psychisch als fysiek zwaar getekend; haar ontvoerder heeft Judiths tong weggesneden. Judith verwordt binnen de kortste keren tot Außenseiter: de besloten, streng christelijke dorpsgemeenschap lijkt haar bestaan niet langer te erkennen en veroordeelt haar verminking als straf van een toornige God. Dat Judith een bestaan in de schaduw verkiest en de ware identiteit van haar ontvoerder weigert openbaar te maken, overtuigt de raad van wijze oude mannen van hun gelijk. Judiths moeder weet zich met de situatie geen raad en verliest zich in een verregaande agressie tegenover haar dochter. Ook Lucas neemt – letterlijk – afstand; hij heeft zich met de dorpsschone verloofd.

Judith ondergaat de talrijke vernederingen echter schijnbaar onbewogen en zoekt een eigen plaats in het kolonistenstadje. Haar aanvankelijke positie als buitenstaander laat toe om de haar omringende gemeenschap vanaf de achtergrond te observeren, wat een afstandelijk relaas oplevert. Het vertelperspectief met Judith als focalisator draagt onmiskenbaar tot de inhoudelijke rijkdom van Wat ik weet bij. Berry biedt een doorleefd portret van Judiths zielenroerselen, en ook Judiths moeder als uiterst complex personage overtuigt. De andere personages, zoals Judiths ontvoerder, haar beste vriendin Mary en haar geliefde Lucas blijven te sterk schimmige figuren, die meer uitdieping verdiend hadden.

Dankzij de kracht van vriendschap en een hernieuwde toenaderingspoging van Lucas bekwaamt Judith zich gaandeweg weer in het spreken, om uiteindelijk de onthutsende waarheid omtrent haar ontvoerder te verkondigen. Het vormt een goedgekozen, zij het ook wat bedachte katalysator: net zoals in menig adolescentenroman wordt van de protagonist(e) verwacht dat hij of zij in een initiatiemoment een keur aan al dan niet persoonlijke obstakels overwint, alvorens echt volwassen te worden. Wat ik weet vormt daarop geen uitzondering. Ook het klassieke motief van de onmogelijke liefde, in de weg gestaan door familie en de besloten gemeenschap, is weinig vernieuwend en blijft te veel aan de oppervlakte.

Stilistisch weet Julie Berry echter wel te overtuigen. Toegegeven, Wat ik weet is nog geen geheel coherent opgebouwde adolescentenroman; Berry verliest zich in een amalgaam van overpeinzingen, herinneringen en losse gedachteflarden, waardoor haar relaas weleens bruuske overgangen kent. Tal van wijdlopige passages onderbreken meermaals nodeloos het vlotte verteltempo, zonder duidelijke meerwaarde voor Judiths verhaal. Daartegenover staan de sterk zintuiglijke stijl en Berry’s intrigerende spel met (Bijbelse) motieven (o.a. Babylon) en intertekstuele verwijzingen naar Jeanne D’Arc, die de roman een diepgaander elan verlenen.

Wat ik weet laat zich als ingrijpend relaas lezen, dat zowel adolescenten als volwassenen zal aanspreken. Een geheel geslaagde roman is het nog niet geworden, maar de eigenzinnige keuze voor een opmerkelijke vertelstem en ongewone plot maken Wat ik weet de moeite waard.

Jürgen Peeters

Julie Berry – Wat ik weet. Vertaald door Jenny de Jonge. Gottmer, Haarlem. 302 blz. € 14,95.