Morgen verwacht men de bekendmaking van de Nobelprijs voor de Literatuur 2014. Maakt Nederland, even los van de kwaliteit, statistisch gezien een kans? Van de kleine tachtig landen die een of meerdere Nobelprijzen mochten verdelen, zijn er dertig die nog niet literair bekroond zijn. Keuze te over dus. Maar Nederland en Schotland zijn de enige twee landen die wel in alle andere categorieën de prijs mochten ontvangen. Indien men dit jaar dus de oversteek maakt naar Europa zou je haast zeggen dat het een Schotse auteur zou kunnen worden. Maar zal men na de Canadese Alice Munro opnieuw een Engelstalige belonen?

Volgens de wedkantoren is de Japanner Haruki Murakami opnieuw favoriet, op de voet gevolgd door een Keniaan en de Algerijnse schrijfster Assia Djebar. Het zou mooi zijn als mevrouw Djebar het miljoentje plus zou mogen bijschrijven. Zij werd na de dood van haar ouders door haar broer traditioneel buiten de erfenis gehouden. Daarnaast kan ze, ook niet onbelangrijk, echt schrijven en zou uw inktslaaf er na Herta Müller opnieuw een buitenkansje aan over houden. Voor oktober 2009 was een recensie over een boek van Müller, laat staan een interview met de schrijfster, nauwelijks aan een krant of tijdschrift te slijten. Bij het bezoek van Assia Djebar aan Amsterdam was er, ahum, maar één literair journalist geïnteresseerd in een gesprek.

Maar waarschijnlijk wordt het dit jaar een man. Vrouwen worden bij de Nobelprijzen percentueel gezien ernstig achtergesteld, maar de laatste vijfentwintig jaar valt het bij de literatuur enigszins mee. Nadine Gordimer in 1991, Toni Morrison in 1993, Wislawa Szymborska in 1996, Elfriede Jelinek in 2004, Doris Lessing in 2007 en Müller en Munro in respectievelijk 2009 en 2013.

Vaart men een stukje verder de Middellandse zee op dan is Israël een goede kandidaat. Griekenland, Turkije en Egypte leverden beide reeds een winnaar en het land herbergt onder meer Aharon Appelfeld, Meir Shalev, Amos Oz en de kandidaat die ik elk jaar met stip naar voren schuif: David Grossman. Maar politiek gezien zal de keuze voor een Israëlische auteur momenteel wel lastig liggen. (Het gerucht dat een lid van het Zweedse comité een antisemiet is, laten we voor wat het is.)

De wijze heren in Stockholm kunnen net zo goed down-under gaan. Of kiezen voor een schrijver van een kleiner eiland of eilandengroep. Ierland, Madagaskar, IJsland, Guadeloupe, Saint Lucia en Trinidad & Tobago gingen in dat geval de Faeröer eilanden voor. Net als in IJsland wonen daar percentueel gezien buitengewoon veel schrijvers en dichters.