Nieuw geopende archieven bieden inzicht in een brief die Jean-Paul Sartre schreef aan de Zweedse Academie, waarin hij aankondigt de Nobelprijs voor Literatuur niet aan te zullen nemen mocht hij tot winnaar worden benoemd. Zijn bericht kwam echter te laat: de brief viel pas op de mat toen de Academie zijn keuze al gemaakt had. 

De Academie is erg geheimzinnig over haar nominaties en besluitvorming. Informatie over de toekenning van een prijs wordt pas vijftig jaar later openbaar gemaakt. De brief die Sartre schreef op 14 oktober 1964 is dus pas sinds kort in te zien. Volgens het Svenska Dagbladet werd de Academie het er een maand eerder (op 17 september) al over eens dat Sartre de prijs dat jaar zou ontvangen. Volgens de krant is het waaschijnlijk dat Sartre de prijs niet zou hebben ontvangen, als de Academie op de hoogte was geweest van zijn standpunt. In dat geval zou de prijs zijn toegekend aan een van de andere genomineerden, waaronder Mikhail Sholokhov en W.H. Auden.

De Franse schrijver van existentiële literatuur, waaronder De walging en Huis Clos, besloot zijn brief te schrijven na het lezen van een krantenartikel waarin hij als winnaar werd getipt. In een latere verklaring gaf Sartre echter aan zich niet via een dergelijke onderscheiding te willen binden aan een institutionele macht.

“The writer who accepts an honour of this kind involves as well as himself the association or institution which has honoured him,” [..] “The writer must therefore refuse to let himself be transformed into an institution, even if this occurs under the most honourable circumstances, as in the present case.”

Sartre is tot nu toe de enige Nobelprijswinnaar die zijn prijs vrijwillig afstond.