‘De crematie heeft in besloten kring plaatsgevonden,’ staat in de overlijdensadvertentie in die vandaag in de Volkskrant staat. Sybren Polet, pseudoniem van Sybe Minnema, is op 91-jarige leeftijd overleden. Zijn naam zal voor altijd verbonden blijven met het ‘experimentele proza’ uit de jaren zestig en zeventig, dat hem naast lof ook veel tegenstand opleverde. In een interview met Arjen Peters zei hij dat zijn werk ‘zoveel agressie en weerstand opriep, dat ik besloot een tijdlang niet te publiceren. Ik maakte een periode van depressie door, en hield me staande door in stilte te blijven werken aan diverse projecten, zoals een studie over de voorgeschiedenis van het modernisme.

Sybren Polet debuteerde in het tijdschrift Podium. Zijn eerste contact met het blad was een briefje aan de redactie:

Zoudt u bijgaande gedichten eens willen doornemen en mij een oordeel er over schrijven? Misschien, wanneer ze in zekere mate het belang van “Podium” dekken, dat enkele er uit in uw tijdschrift opgenomen kunnen worden. (Piet Calis – Het elektrisch bestaan)

Later werd Polet redacteur van het blad.

Een van de belangrijkste werken uit het oeuvre van Polet is Mannekino, dat met Breekwater en Verboden tijd de hoofdpersoon Lokien Perdok gemeen heeft. Niet iedereen kon met het de roman uit de voeten. In de Leeuwarder Courant beschreef Anne Wadman zijn reserves:

In ’t algemeen wordt mijn bewondering voor het transparante, boeiende en ingenieuze dubbele-bodemspel van Polet een klein beetje getemperd door een ik-weet-niet-wat. Is het het wat al te fragmentarische, versplinterde karakter dat het boek naar het einde toe meer krijgt? Is het, toch nog, mijn onuitroeibaar wantrouwen in al deze symbolische bedoelingen (ook al weet ik dat het woord ‘bedoelingen’ misplaatst is)? Is het een element van al te grote kunstmatigheid, een soort van barok, waartegen mijn schrale rechtlijnigheid zich verzet? Of misschien het besef dat het realistische aspect in deze fabel op zichzelf al zó’n lading heeft, dat de symbolische verdubbeling een benauwende óver-lading betekent? 0f is het onderhuidse ergernis, dat men na 3 à 4 maal lezen nog niet met ieder rimpeltje en ieder vezeltje van dit prikkelende boek vertrouwd is?

Hoewel zijn proza en poëzie misschien wat al te weerbarstig was voor een groot publiek, bleef Polet publiceren. Vorig jaar nog verscheen Het aaahh & ooohh van de verbonaut, achtergelaten gedichten staat op de kaft.

In een interview met Janet Luis in NRC Handelsblad spreekt Polet over de dood:

De Romeinen en de Grieken schreven veel over de kunst van het sterven, maar het lezen van die boeken hielp mij nooit. Je moet je overgeven en dat kon ik pas toen ik rond mijn 80ste mijn eerste grote ziekte kreeg. Ik was bijna dood en op dat moment kon me dat niets schelen.

Ongetwijfeld is die ervaring doorgesijpeld in de laatste roman van Polet: in 2007 verscheen Bedenktijd waarin het personage Lokien weer terugkomt en deze keer ‘ligt de zich al schrijvend realiserende schrijver Lokien op een – terminaal? – ziekbed en bestaat zijn wereld voornamelijk nog uit inleefsituaties, waaronder enkele historische waarin hij optreedt en ingrijpt. Soms knopen korte scènes aan bij werkelijk geziene taferelen op de tv of bij gefantaseerde herinneringen. Ertussendoor reflecties over leven en realiteit.’

Sybren Polet: 'VIRTUALIA. TELETONEN' from Poetry International on Vimeo.