Fantasie die aanzet tot onbezonnen daden

Kort voor zijn dood op 29 oktober 2012 stuurde veelschrijver Bernlef nog een aantal voltooide manuscripten naar zijn uitgever. Uit die nalatenschap werden al Onbewaakt ogenblik en Wit geld gepubliceerd. Het definitieve slotakkoord, wat betreft nieuw werk althans, is de roman Een onschuldig meisje.

bernleg onschuldigDe middentwintiger Jos Swinkels verhuist na een echtbreuk van de grote stad – even piept hier Bernlefs stukje Amsterdam-Zuid door de tekst – naar een fictief kerkelijk dorp ergens in het noorden van ons land. Daar betrekt hij een dijkhuisje en begint als onderwijzer voor de groepen zeven en acht op de plaatselijke lagere school. Een beetje met de euvele moed van de zij-instromer, met een enthousiasme waarin het cynisme al onderhuids zit opgesloten. Zijn voorgangster is weggepest door een groepje meisjes, geleid door de zittenblijver Lucille, het onschuldige meisje uit de titel. De knappe Jos is niet van de zachte aanpak, maar wil ook geen bullebak zijn. Hij probeert de kinderen in het gelid te krijgen met zijn talent voor verhalen.

In het dijkhuis waar hij zijn intrek heeft genomen is een boekje van een plaatselijke historicus achtergebleven. Via excerpten uit dit hobbyistische werkje leren we over de (oorlogs)geschiedenis van het fictieve rurale Sanddam. Het is begrijpelijk dat een zekere achtergrond moet worden geschetst, maar dat had in enkele gevallen met een paar zinnen kunnen worden afgedaan. Over de doden niets dan goeds – een goed geconstrueerde roman, een heldere stijl, fijne observaties aangaande de intermenselijke onhebbelijkheden, kortom alles waardoor Bernlef node wordt gemist – maar op de levenden, in dit geval de redactie, valt wel het een en ander aan te merken.

Zo zet de serveerster meester Jos op zijn vrije dag op een terras een pils voor en twee pagina’s later rekent hij een kop koffie af. De ouders van Lucille zijn gescheiden. Moeder is een semiprofessionele kunstenares, vader een architect met vooral veel mooie plannen. Het is mode om in die kringen in klassiekers te rijden, maar is er werkelijk nog een Simca die niet is weggeroest? Wanneer de vader voor Lucille de autodeur openhoudt en zegt dat hij zal schrijven, antwoordt ze ‘bespaar je de moeite’. Zou een kind van dertien niet eerder iets in de trant van ‘laat maar’ zeggen? Schrijven carrièreouders van deze tijd nog wel brieven? Zou hij niet eerder een e-mail of een app sturen? Het zorgt ervoor dat het zeer geslaagde verhaal een beetje heen en weer zwenkt in de tijd. Kun je het een zieke schrijver op leeftijd kwalijk nemen? Hem niet.

Terug naar het verhaal. Door Lucille ingefluisterde acties van het meisjesgroepje hebben geen noemenswaardige invloed op de onderwijzer. Lucille, vaak door haar moeder alleen gelaten met de opmerking ‘er is eten in de koelkast’, zint op drastischere maatregelen. Haar volgelingen passen, want ze vinden de nieuwe onderwijzer eigenlijk heel aardig. Lucille is nogal voorlijk, heeft al borsten en menstrueert, maar is tegelijkertijd nog een kind. Het bekende Lolita-thema. Ze besluit om haar lichaam in te zetten. Droom en werkelijkheid. Fantasie die aanzet tot onbezonnen daden, met alle gevolgen van dien. Bernlef laat de (mannelijke) lezer bekwaam zweten. Roddel is dodelijk. Om in herhaling te vallen: niets gevaarlijker dan aannames die langzaamaan als feiten worden gepresenteerd.

De waarheid is van ondergeschikt belang. Schuldig tot het tegendeel is bewezen. En dat blijkt in een hechte gemeenschap niet mogelijk. Waar overigens wel? De echte beschuldigende vinger van Bernlef wijst naar de egocentrische ouders van Lucille. Een generatie die een kind als statussymbool ziet, leuk in de jonge jaren, maar zo rond de pubertijd een obstakel voor de eigen carrière. ‘Een lastig huisdier dat naar het asiel moest worden gebracht.’ Een onschuldig meisje is een waardig, tikkeltje slordig geredigeerd, slotakkoord van een magistraal oeuvre. Een roman met een mooie dubbele titel. Lucille is, uiteindelijk beslist ongewild, schuldig aan de problemen die meester Jos door haar krijgt en tegelijk écht onschuldig, qua leeftijd en qua houding. Een schreeuw om hulp van een aan het lot overgelaten jonge tiener in het moeras van de pubereenzaamheid. In alle goedzakkerige naïviteit reikt meester Jos haar de helpende hand. Met door meesterverteller Bernlef fijntjes gemengde gevoelens van een man en van een vaderfiguur. Een mooi slot. Van deze roman en van het oeuvre.

Guus Bauer

Bernlef – Een onschuldig meisje. Querido, Amsterdam. 166 blz. € 18,99.