Fout

Iedere schrijver en journalist maakt fouten en kent het fenomeen van de lezer die je verbetert. Ik bedank de oplettende lezer altijd omstandig. Op een site kan ik de fout corrigeren, in de krant moet de fout wel heel bar zijn wil er een rectificatie komen.

Vorige week citeerde ik een deel van een gedicht van Driek van Wissen. Dezelfde dag kreeg ik een mail:

In ’t vervolg beter googelen óf het gedicht zelf nog even hardop lezen… Dan had je de metrumfout zoals die nu in de krant staat vast opgemerkt! Jammer, Drieks meesterschap in het genre komt zo niet goed over het voetlicht want regel 8 met één lettergreep te veel loopt nu ronduit knullig.

De dame had volledig gelijk en toch veroorzaakte haar bericht enige wrevel. Ik ken haar van lang geleden, ze mailt nooit, maar nu ze in de krant één lettergreep te veel ontdekt, stuurt ze mij een belerend bericht. Die onderhuidse wrevel deel ik met meer auteurs. Ik ken een schrijver die een paar jaar over een boek gedaan had en nadat het boek uitkwam van een vriendin een lijstje kreeg met de fouten die hij kon verbeteren in de tweede druk. Al had ook die vriendin gelijk, zo’n lijstje komt harder aan dan een kraakrecensie.

ah smoothieBij lezingen en interviews zijn er altijd mensen in de zaal die na afloop blijven hangen om te zeggen welk woord je fout uitsprak en welke vraag je eigenlijk had moeten stellen. Zo zijn er ook altijd mensen die achteraf zeggen dat ze een heel fijne middag hebben gehad, maar dat ze er niets van hebben verstaan. Onlangs presenteerde ik een boek in Purmerend. Op de heenweg dronk ik een mango-passievrucht-smoothie van Albert Heijn. Toen ik het flesje weer dicht deed viel er wat vocht uit de dop op mijn broek. Pas de volgende dag kwam ik erachter dat de smoothie een wat verdachte, grote vlek had veroorzaakt ter hoogte van mijn kruis. Daar heb ik de hele avond mee in de spotlights gestaan. En niemand die daar dan iets van zegt.

Coen Peppelenbos

Deze column verscheen eerder in de Leeuwarder Courant op 4 juni 2016.