Onmisbare bagage

Wie weleens naar het huis van een bewonderde schrijver is afgereisd in de hoop op een ervaring die min of meer samenvalt met de sfeer van het werk van de schrijver, weet dat dat niet altijd meevalt. Het huis is niet meer het echte huis; er is door de jaren zoveel aan verbouwd dat het wel erg veel van je voorstellingsvermogen vergt om je held in deze omgeving te zien schrijven. Bovendien is het de omgeving en dus het uitzicht ook niet meer wat het geweest was. Bijna zou je besluiten om dan maar thuis te blijven. Maar dan zijn er schrijvers van reisverhalen die die plekken gaan bezoeken. En een goed reisverhaal zorgt er voor dat je onmiddellijk ook naar die plek toe wilt gaan om te bekijken en zien hoe die kamer dat huis en die omgeving in het echt zijn. Ook als het allemaal wat tegenvalt. Want als er iets uit bijna alle verhalen in De wandelstok van Virginia Woolf naar voren komt, is dat het in het echt inderdaad altijd een beetje anders is dan je had verwacht. Maar het belangrijkste is natuurlijk dat je werk van de schrijver wil lezen en dat effect hebben de verhalen in deze bundel.

OmslagVirginiaWoolfkleinWe waaieren uit naar alle windstreken. Guus Bauer schrijft over zijn vriendschap met Graham Swift in een mooie briefwisseling van twee vrienden die gaan vliegvissen in Devon waar Swift eerder met zijn vriend Ted Hughes kwam. Roos Custers zakte af naar Oekraïne, naar Velyki Sorochyntsi om precies te zijn, de geboorteplaats van Gogol om diens geboortehuis te zien. Je gaat op reis om iets van de wereld van die bewonderde schrijver te vinden. Dat wordt moeilijker naarmate de tijd dat de schrijver leefde verder van ons vandaan raakt. Zo laten Rob van Essen en Erik Nieuwenhuis zien dat het eigenlijk niet meer kan; het Nederland van Nescio en het Noorwegen van Hamsun bestaat niet meer. Je zou je kunnen troosten met de gedachte dat ten minste het licht nog hetzelfde is en dat het dus nog mogelijk is om het licht te zien zoals Nescio het zag. Maar als je eerlijk bent is er niets over van de wereld van de Titaantjes; zelfs het licht komt er na honderd jaar bebouwing bekaaider vanaf dan toen Nescio er oog voor had. In Oekraïne lukt het nog wel, die literaire sensatie ondergaan. De sfeerbeschrijving uit 1842 blijkt in 2015 nog altijd min of meer te kloppen: ‘Boerenvrouwen met dikke gezichten en kruiselings ingesnoerde borsten keken uit de bovenramen.’

En Hamsun: je kan je wel verbeelden dat je die man uit een stuk bent in die onbarmhartige natuur die Noorwegen nog altijd kenmerkt, maar je bent eigenlijk de ijdele gemakzuchtige buurman Brede uit de roman Hoe het groeide. Je kan beter thuisblijven. De geconserveerde huizen van Emily Dickinson en Darwin doen het beter. Daar lijkt het leven van de schrijver dichterbij te zijn. Je bent als literaire toerist toch altijd op zoek naar te perfecte details die verraden dat je in een decor loopt. Het vakantieverblijf van Virginia Woolf Monks house in Sussex wordt bezocht door Doeke Sijens. Een ontroerende tocht langs de rivier waarin Virginia Woolf haar dood vond. Marijke Arijs reist af naar Parijs, naar Illiers en naar Cabourg aan de Normandische kust om het bed van Proust te kunnen bewonderen. In Cabourg vierde Proust zijn vakanties in een duur hotel:

Een literaire groupie moet er iets voor overhebben om met zijn idool naar bed te gaan, maar zonder een upgrade zou Bruin dit toch niet trekken. […] Reizen in de voetsporen van Marcel Proust loopt aardig in de papieren.

Coen Peppelenbos gaat op zoek naar het bankje van Kwasi bij slot Etterburg waar Goethe Iphigenie schreef. Maar eerst naar Buchenwald; ‘Na het crematorium zijn we uitgeteld, elk woord is beladen, clichématig of overbodig.’

De bundel neemt je mee van Leiden waar Mahler wandelend door de stad bij Freud op consult ging, via het Berlijn dat Cees Nooteboom leerde zien van Armando, naar de VOC’ers van Malabar. We komen in het Japan dat Couperus zag, we volgen met Lucas Zandberg de voetsporen van Sissi, eten met L.H. Wiener en Geerten Meijsing oesters op Sicilië en gaan langs bij Kerouac in Lowell. De wandelstok van Virginia Woolf is een mooie bundel reisverhalen met smakelijke foto’s die de reislust opwekken. Onmisbare bagage voor thuis of onderweg.

Rieuwert Krol

De wandelstok van Virginia Woolf en andere reisverhalen. Uitgeverij kleine Uil, Groningen. 188 blz. € 16,50.

Medewerkers zijn: Alexander Reeuwijk, Caroline van Ommeren, Doeke Sijens, Lucas Zandberg, Marijke Arijs, Marona van den Heuvel, Peter Groenewold, Roos Custers, Norbert Peeters, L.H. Wiener + Geerten Meijsing, Rob van Essen, Anton Brand, Guus Bauer, Louis Stiller + Hansmaarten Tromp, Erik Nieuwenhuis en Coen Peppelenbos.