Een gedreven negentiende-eeuwer

Bibliograaf, boekhandelaar, antiquaar en uitgever Frederik Muller (1817-1881) was zacht gezegd een wat moeilijke man. Opgegroeid in een doopsgezind boekenmilieu en geslagen door ziektes en een spraakgebrek ontwikkelde hij zich niet alleen tot een sleutelfiguur in de ontwikkeling van het boekenvak, maar ook tot een stijfkoppige, luidruchtige en eigenwijze ruziemaker die zelden of nooit kon verkroppen dat anderen er afwijkende opvattingen op nahielden.

schriks mullerHet ideale onderwerp voor een biografie dus. Eerstens vanwege de rol die hij speelde bij de modernisering van het vak, waarbij hij zich onder meer inzette voor het bestrijden van nadrukken. Het is anno nu bijna niet meer voor te stellen, maar in zijn tijd vond iedereen het doodnormaal dat een uitgever een roofdruk op de markt bracht. Van auteursrecht was geen sprake, een schrijver die zijn manuscript inleverde was het kwijt, zoals Multatuli tot zijn grote chagrijn ontdekte, toen Van Lennep ongegeneerd in de Havelaar ging zitten krassen. In ons land is het Muller geweest die het boekenvak naar een nieuwe tijd heeft helpen schoppen, dat alleen al is voldoende reden tot grote waardering – waarbij het nog steeds merkwaardig blijft dat de vakopleiding die ooit zijn naam droeg nu onder een andere door het leven gaat, iets waarover zijn biograaf terecht zijn teleurstelling uitspreekt.

Schriks heeft zijn wat op het achterflap een ‘biografische schets’ heet min of meer thematisch gerangschikt, zodat ook de lezer het zicht houdt op de vele activiteiten die Muller ontplooide. Zijn privé-leven blijft grotendeels buiten beeld en over Mullers persoonlijkheid komen we eigenlijk alleen iets te weten in verband met zijn werk, maar dat is ruimschoots voldoende om een goed beeld te krijgen van ‘deze man met zoveel zielen in één borst’. Alleen aan het oppervlak lijkt Muller star en rechtlijnig, daaronder is veel tegenstrijdigheid. Zo steekt hij hartstochtelijke tirades af tegen collegae die nadrukken verkopen, maar doet hij dat zelf ook, om als hij daarop wordt gewezen met uitgebreide verklaringen te komen waarom hij niets verkeerds heeft gedaan.

Die complexiteit van karakter loopt als een rode draad door zijn levensverhaal. Hij is een zakenman pur sang, maar zet zich uit volle overtuiging ook in voor wat hij als beschaving en zedelijkheid beschouwde. Boekverkopers waren zakenlui, zeker, en het was dan ook belangrijk dat zij hun zaken op orde hadden, maar vooral toch omdat zij van een andere maatschappelijke orde waren dan zeg de gemiddelde handelaar in koffie. Dus vroeg Muller zich in 1856 af ‘hoe een eerzaam boekverkoper de “zielsverpestende werken van Heine […] de werken van dien duivel in menschengedaante, van hem wiens wedergade van godslastering, verbonden met de grofste obsceniteit, de geschiedenis der geheele letterkunde niet aan te wijzen heeft, werken die eenen des te gevaarlijker geest ademen, gehuld als ze is in eenen verleidelijken schoonen, ja schaarsch geëvenaarden uitmuntenden vorm, …” als nadruk uit kon geven (…).’

petit boddaert

Maar het kon uiteraard altijd nog erger. In 1876 wond Muller zich danig op over een advertentie die was verschenen in het Nieuwsblad voor den Boekhandel, de voorganger van het huidige Boekblad, waarin de Amsterdamse boekverkoper Louis Petit meldde dat hij op zoek was naar de bundel Erotische gedichten van Pieter Boddaert. Het leidde tot een stevige discussie in de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels, thans de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak. Muller richtte zich vooral tegen pornografie van de grofste soort die op eigen bodem werd gedrukt, ging niet zo ver dat hij die desondanks omwille van het gewin zelf verkocht, maar vond het toch zonde om de gedichten in kwestie, die hij via een omweg in handen had gekregen te vernietigen – van het papier dan. Zijn oplossing: hij gebruikte het zeer praktisch als pakpapier voor zendingen naar de Verenigde Staten.

Schriks schreef met deze schets niet alleen een voortreffelijk en zeer goed gedocumenteerd werk dat verplichte kost is voor iedereen die ook maar iets met het boekenvak van doen heeft, maar dat ook een venster op de negentiende eeuw opent en daardoor een veel wijder lezerspubliek verdient.

Enno de Witt

Chris Schriks – Frederik Muller; Baanbreker in de wereld van het boek. Walburg Pers, Zutphen. 208 blz. € 24,95.