Apartheid, racisme en Fidel Castro

We hadden liefde, we hadden wapens is een roman geïnspireerd op de geschiedenis van Robert F. Williams, Mabel Williams en hun zoon John C. Williams’. Vandaag de dag, kort na het overlijden van Fidel Castro, lijkt hun verhaal actueler dan ooit. Christine Otten bracht de levensverhalen van de familie Williams opnieuw tot leven en gaf het woord ‘apartheid’ opnieuw betekenis in We hadden liefde, we hadden wapens.

De bewapende zwarte mannen het levende bewijs van de fundamentele broosheid en overgevoeligheid van het bestaan. Hun trots, humor, schoonheid, intelligentie, sluwheid, verantwoordelijkheid, een soort baken, een glimp van wie je zou kunnen zijn.

we-hadden-liefde-we-hadden-wapensOtten start haar roman met een proloog, die zich afspeleelt in 1958. Johnny, Bobby, Richard en vader Robert gaan naar een drugstore. Daar wordt Robert Franklin Williams opgepakt. Vervolgens neemt Otten ons mee naar het heden, waar ze een geijkt concept lijkt te beginnen: zoon John gaat het verhaal van zijn ouders, Mabel en Robert F. Williams beschrijven, aan de hand van zijn eigen en zijn moeders memoires. Als klap op de vuurpijl zoekt Kaila, een kleindochter van een van Roberts medestrijders, contact met John, omdat zij hem wil interviewen over de geschiedenisjaren. Gelukkig blijkt We hadden liefde, we hadden wapens allesbehalve geijkt. Otten hanteert een gewaagd en zeker geslaagd concept dat het idee van Mabel en John volledig ondersteunt: het is een verhaal van hun allemaal.

Mabel en Robert wonen samen met hun kinderen in Monroe, wanneer de apartheid hoogtijdagen viert. Robert is een zwarte verzetsstrijder bij Freedom Riders. Hij verzet zich meer en meer tegen bewegingen als de Ku Klux Klan en strijdt voor een gelijke wereld. Het gevolg is echter dat zijn eigen familie meer en meer gevaar loopt. Niet alleen hij wordt bedreigd, ook zijn vrouw en zijn kinderen Bobby en John lijken niet meer veilig. Uiteindelijk leidt het tot een vlucht naar Cuba, het land van Fidel Castro. Het gezin probeert een nieuw leven op te bouwen, maar ook hier zijn de kinderen niet écht veilig. Robert ziet een trip naar China als laatste kans om de kinderen in veiligheid te laten opgroeien. Het viertal wordt uiteengerukt en Bobby en Johnny vieren hun pubertijd in het veilige China, terwijl Robert F. en zijn vrouw Mabel verder strijden voor gelijkheid in het andere deel van de wereld.

Otten beschrijft de memoires in We hadden liefde, we hadden wapens zoals memoires behoren te zijn. Realistisch, hard, reflecterend en op diverse plaatsen emotieloos: ‘De dominee was een oude man, al vraag ik me nu af of hij werkelijk zou oud was als ik toen dacht.’ Die memoires plaatst ze vervolgens in een aantrekkelijk beschreven verhaal. Geen ellenlange zinnen vol beeldspraak, maar gewone recht-door-zee-zinnen vormen de basis. Daarbij gebruikt ze een over het algemeen vertellende stijl, in plaats van een meer showende. Hoewel dat op veel verhalen een negatief effect heeft, is dat in deze roman juist niet het geval. Alle gruwelijkheden worden hanteerbaar en lijken daardoor juist indrukwekkender.

De gekozen structuur, waarbij Otten verspringt van het heden (2014) naar het verleden en weer terug en binnen beide periodes zowel Johnny als Mabel aan het woord laat, is effectief. Niet alleen wordt het daardoor een vlot verteld verhaal, het stelt Otten ook in staat de situaties van alle kanten te belichten, commentaar en evaluaties incluis. Goed gevonden daarbij zijn de memoires van Mabel. Minder goed gevonden is de hedendaagse weergave vanuit Mabel. Minder goed gevonden is ook de overdreven evaluatieve houding van de hedendaagse John. Hij heeft soms iets te veel zelfmedelijden:

Dat moet ik haar schrijven. Dat het er niet toe doet of je erbij was of niet, of je heldhaftig bent, daar gaat het niet om, de verhalen zijn net zo goed van ons, van ons allemaal. Het is onze geschiedenis. Van ons.

Toch maakt Otten van het verhaal van de familie Williams iets bijzonders. In We hadden liefde, we hadden wapens maakt ze de racistische periode en met name de strijd voor gelijkheid bespreekbaar: ‘Toen wij naar Idlewild kwamen was dat alles al geschiedenis. Misschien waren wij toen al geschiedenis.’

Marloes Otten

Christine Otten – We hadden liefde, we hadden wapens. Atlas Contact, Amsterdam. 248 blz. € 19,99.