Wie wordt de nieuwe Niña Weijers?

Op de achterflap van het Handboek voor een optimistisch leven komt Niña Weijers aan het woord. Ze herinnert zich hoe zeven jaar geleden haar allereerste korte verhaal verscheen in het online tijdschrift De Optimist. ‘Plotseling was dat verhaal iets échts geworden, en ik ineens een gepubliceerde schrijver,’ aldus de auteur die in 2014 succesvol debuteerde met haar roman De consequenties. Dergelijke bijdragen aan een literair weblog of online tijdschrift zijn tegenwoordig een must voor aspirant-schrijvers. De drempel is lager dan bij de papieren varianten of uitgeverijen; bovendien is het een uitstekende leerschool en manier om alvast voorzichtige bekendheid te vergaren.

De Optimist is naar eigen zeggen ‘het meest vooraanstaande online culturele magazine in Nederland.’ Op de website verschijnen zeer regelmatig bijdragen van doorgaans onbekende auteurs: korte verhalen, poëzie, essays, interviews, reportages, met veel beelden. Waarin De Optimist zich naar mijn idee vooral onderscheidt van vergelijkbare weblogs, is de aandacht die men besteedt aan het visuele aspect: vrijwel alle bijdragen en berichten worden voorzien van illustraties of beeldende kunst. Daarmee is het niet alleen een mooi platform voor schrijvers, ook beginnende illustratoren en beeldende kunstenaars kunnen er terecht met hun creaties. Tekst en beeld gaan bij De Optimist hand in hand.

optimist_coverHoe staat het echter met de visvangst in deze kweekvijver? Om die vraag te beantwoorden, heeft de website begin 2016 dus dit gele boekwerk uitgegeven. Het Handboek voor een optimistisch leven bevat werk van 70 (on)bekende schrijvers en kunstenaars die in de loop der jaren een eigenzinnige bijdrage leverden aan De Optimist. Verwacht bekende namen als Thomas Heerma van Voss, Hanneke Hendrix, Jerry Hormone, Henk van Straten en Wytske Versteeg, maar ook iets minder bekende namen als Jaron Beekes, Basje Boer, Maarten Buser, Jonathan Griffioen, Lotte Lentes, Daniël Rovers en Lisa Weeda. Geen totaalscore als in bijvoorbeeld De Revisor, maar zeker een bovengemiddelde poule aan (doorgebroken) talent.

Interessanter dan een reeks namen is natuurlijk de inhoud van het handboek. Wat allereerst opvalt, is de veelzijdigheid van de bijdragen. Niet alleen qua vorm – verhalen, gedichten, essays – maar ook qua insteek, uitwerking en genre. Er zijn (autobiografische) stukken die dichtbij de individuele werkelijkheid staan, en passages die rijk aan fantasie en dromen zijn. Er is liefde en leed, hoop en angst, plezier en verveling; niet zelden in eenzelfde bijdrage. Als dit boek ergens gebruikt wordt om een staalkaart van het aanstaande literaire landschap in Nederland te schetsen, viert de diversiteit hoogtij. Maar ook de kwaliteit ervan is erg divers.

Ondanks dat deze stukken deels een selectie zijn van de ‘hoogtepunten’ die eerder op De Optimist verschenen, kun je in dit boek niet spreken van uitsluitend hoogstaande teksten die het publiceren waard zijn. Met name waar het de poëzie en essays betreft, is het veelal nog zoeken voor de beginnende auteurs naar een eigen stem of heldere boodschap. Daar is op zichzelf niks mis mee, en een online omgeving als De Optimist draagt, mits voorzien van een goede redactie, daar juist op een uitstekende manier aan bij. Het boek bevat daardoor wel literatuur in meerdere stadia: van kwakkelende probeersels, tot mooie, volwaardige werken.

Het Handboek voor een optimistisch leven is vormgegeven aan de hand van twaalf thema’s. Achtereenvolgens passeren bijdragen over utopie, pulp, angst, liefde, eten, voyeurisme, seks, werk, pessimisme, geluk, schuld en toekomst de revue. Het is een nogal bonte collage aan thema’s, ‘voor ieder wat wils’, of op z’n minst met de gedachte dat elke bijdrage zo een passend plekje krijgt. Desondanks oogt de verdeling van de stukken over deze thema’s dikwijls artificieel of nogal vergezocht. Waarom volstond een willekeurige indeling niet en moet elk verhaal in een hokje worden geplaatst?

Wat dit boek vooral doet, is nieuwsgierig maken naar de voordrachtskunsten van de auteurs die erin zijn opgenomen. Zijn dit de namen die we de komende jaren op menig festival mogen verwachten, voor zover dat nu nog niet het geval is? Hoe komen deze verhalen en gedichten tot hun recht als ze niet omlijst zijn door fraaie tekeningen en omkaderd door andere teksten, maar autonoom op een podium worden voorgedragen? En om een mogelijk nog interessantere vraag op te werpen: wie van deze auteurs debuteert er de komende jaren bij een gevestigde uitgeverij of schrijft net die ene zeldzame bestseller? Wie wordt de nieuwe Niña Weijers?

Voor wie de Nederlandse literatuur liefheeft, en niet struikelt over een bijdrage waarvan de kwaliteit (nog) niet optimaal is, zal het Handboek voor een optimistisch leven een plezierige leeservaring bieden. Het is alleen al leuk om erdoorheen te bladeren en je te verwonderen over de uiteenlopende tekeningen en lukraak een gedicht, essay of kortverhaal te lezen. Zoals gezegd voegt de thematische indeling weinig toe, en misschien was een selectie met iets minder bijdragen ook geen slecht idee geweest. Hoe dan ook biedt De Optimist hiermee een podium aan (on)bekend talent, en dat valt sowieso te prijzen.

Willem Goedhart

Diverse auteurs – Handboek voor een optimistisch leven. Atlas Contact, Amsterdam, 224 blz. € 24,99.

(Foto Maarten Buser © Jan Glas)