Op het tweede gezicht

In het eerste hoofdstuk van de essaybundel Het visioen aan de binnenbaai haalt Oek de Jong de tijd terug waarin hij de literatuur binnenviel. Een twintiger was hij toen Opwaaiende zomerjurken een bestseller werd. Als zestiger kijkt hij terug op de man die hij was aan het begin van zijn carrière, zijn weg zoekend in de hoofdstad, de literaire kringen en in de liefde. De bekendheid heeft een schaduwzijde: ‘Succes is een onophoudelijke confrontatie met het monster van de ijdelheid: zien hoe diep en wijdvertakt je ijdelheid is, hoe gevoelig je bent voor lof of blaam van anderen, voor het kleinste krasje op je zelfbeeld.’ Hij moet het gedoe ontvluchten om te constateren wat zijn toekomst inhoudt: ‘ik zou de weg van de schrijver gaan.’

visioen-binnenbaai-oek-de-jongIn Het visioen aan de binnenbaai verzamelde De Jong essays die hij in de loop der jaren in tijdschriften en boeken heeft gepubliceerd. Een interessante bundeling van stukken over uiteenlopende onderwerpen binnen de literatuur en kunst: het werk van Maria Dermoût, Vasalis, C.O. Jellema bijvoorbeeld of de onbekendere Arie Visser. Daarbij heeft De Jong altijd een persoonlijke insteek bij zijn verhalen. Zo is hij aanwezig bij de inrichting van de tentoonstelling waarbij schilderijen van de Italiaanse meester Caravaggio naast die van Rembrandt worden gehangen. Door steeds twee schilderijen met elkaar te vergelijken, zie je meer, en kijk je gerichter. ‘Het is Rembrandts robuuste en warmbloedige aanwezigheid die de duistere kant van Caravaggio nog opvallender maakt: de onderstroom van melancholie in zijn werk, zelfs in een klein stilleven, zijn gefascineerd zijn door het exces en het geweld, zijn geraffineerde erotiek.’

Ook in de literatuur kan de blik op een werk veranderen, merkt De Jong op in een essay over De avonden van Gerard Reve. In een latere leeftijdsfase waardeert hij andere elementen in dit romandebuut. Zo ziet hij nu het religieuze verlangen al in de kiem aanwezig. Een verschuiving vindt ook plaats in zijn herinneringen aan Frans Kellendonk, de schrijver die hij aan het begin van carrière ontmoet en met wie hij tot diens dood in 1990 bevriend was. In hoeverre kun je iemand kennen? Als medesamensteller van een brievenboek van Kellendonk ervaart hij dat er ook een onbekende Kelledonk was, de zachtaardige, de promiscuë. ‘Voor het eerst kon ik zijn hele leven overzien, alle compartimenten.’ Mooie essays: tastend naar inzichten waarbij de schrijver zichzelf niet spaart.

Coen Peppelenbos

Oek de Jong – Het visioen aan de binnenbaai. Atlas Contact, Amsterdam. 254 blz. € 18,95.

Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 4 november 2016