Leeddempende teksten

Je hebt schrijvers bij wie het eigenlijk niet zo veel uitmaakt welk onderwerp ze aansnijden. Het stilistisch vernuft alleen al weet je van kaft tot kaft te kluisteren. Christophe Vekeman (1972) behoort tot deze hors catégorie. Hij weet zich daarnaast altijd mooi te verslingeren in zijn teksten. Onverhuld, en tegelijkertijd beschermd door een buitenmaat cowboyhoed, toont hij zich in zijn, uh, roman Johnny Paycheck weer eens van een ontroerende kant. Een snijdende ziel, verpakt in een fijngesneden humorpak.

Vekeman is zoals gevoeglijk bekend moge zijn een hogepriester van de countrymuziek. En dan hebben we uiteraard niet op de commerciële pop-gerelateerde jankversie van het genre, het makkelijke gemelk van iemand als Garth Brooks bijvoorbeeld, maar over de echte outlaws van het genre, de diehards van het eerste uur, die hun teksten leefden, die niet zomaar deuntjes kweelden, maar hun excessen, hun drank- en drugsgelagen, hun onmogelijke liefdes, kortom hun eenzaamheid, alleen in hun muziek enigszins recht konden breien, tijdelijk dan. Echt en dus tot het merg invoelbaar. Country, niet van de gospelkerk op zondag, maar van de kroeg op zaterdagavond, de kroeg met een podium dat veiligheidshalve is afgeschermd met gaas. (Wanneer u zich afvraagt waarom, dan kunt u beter in de kerk blijven.)

Johnny Paycheck? Niet veel mensen zullen hem (nog) kennen. Vekeman heeft daar uiteraard geen boodschap aan, maakt er gelijk adequaat, met zijn bekende energieke humor gebruik van middels de ondertitel. Een boek zoals je er nog nooit één hebt gelezen, over een man van wie je nog nooit hebt gehoord. Een mooi in een waarschuwing verpakte werving, zonder dat het opzichtige zelfbevlekking is. Natuurlijk maakt het nieuwsgierig. Wie is deze man dan wel, dat mister country Belgique himself hem boekstaaft? Wat, kent u ‘Take this job and shove it‘ niet? Het blauwboordnummer bij uitstek dat elke vrijdag van pas komt. In de versie van de Dead Kennedys dan?

(Vekeman ontleed dit succesnummer van Paycheck – diens echte naam overigens – heel duidelijk. Een protestnummer tegen de loonslavernij. Maar ja, maandag meldt ook het personage in de song zich weer, ondanks de tweede regel: I ain’t working here no more. Het is denkelijk tekenend dat deze miljoenseller van Paycheck bij verre niet zijn beste song is. De hit waar je tot nog treuriger stemmend gemoed telkenmale mee om de oren wordt gekletst, ook nog eens geschreven door een andere door de country van het gevangenisleven geredde held DAC, David Allen Coe.)

Vreemd genoeg is er geen enkele biografie geschreven over Paycheck, tot nu aan toe dan, maar verwacht u geen brave biografische schets. Vekeman heeft van dit boek eigenlijk een langgerekte countrysong gemaakt. Hij trekt je met een hoop onder het traanwateroppervlak gehouden kennis over zijn onderwerp van devotie de canyons van de country in, van de ware beweegredenen, van de overlevingsstrategie van een eenzame enkeling, van de mens in het algemeen. En uiteindelijk van de schrijver, die zich, en dan is het virtuoze, gelijk weer wegcijfert, het fijn-treurige verdoemhoekje in.

Zonder dat ik ooit enige belangstelling van een wat dieper karakter voor anderen heb kunnen opbrengen, is niettemin de afgelopen jaren het gevoel in mij gegroeid, aan mijn eigen leven niet genoeg te hebben. […] en dat ikzelf, zijnde de auteur van onder meer Leven is werk, de aangewezen persoon ben om die te schrijven. Als een en ander een soort zelfportret zou blijken te worden, zie ik niet in waarom dat in hemelsnaam meegenomen zou zijn, maar goed, sommige dingen zijn nu eenmaal niet anders.

Juist ook door deze handelswijze, blijkt maar weer eens dat Vekeman helemaal echt is, dat ook zijn voorliefde voor de country geen gag is om publicitaire aandacht. Johnny Paycheck, the novel, is een schets over een born loser, met een groot geuzengehalte, ergens ook een countrybijbel over de ware, diepmenselijke versie van het genre, de muziek die veel leed bezingt, maar daardoor ook veel leed weet te voorkomen, weet te verzachten. De harde waarheid heeft doorgaans een louterend effect. Wat is beter dan de zelfspot, zeker in tijden van aanstormende ouderdom. En dat heeft niets met sentimentaliteit te maken. Johhny over zijn vrouw: ‘She’s got a drinking problem, and it’s me‘. Vekeman maakt van Paycheck, en van zijn kompanen levensdichters, romantici van graniet. Zelf was hij dat natuurlijk al geruime tijd.

Weg met de schone schijn, het kleffe melodrama van de popcountry en de schlager, weg met de goed in het gehoor liggende deuntjes, terug naar de bemodderde wortels. In de (country)muziek en de literatuur.

Goeie country, daarentegen, heeft met bijvoorbeeld goeie Beethoven gemeen dat het zeer effectief op de zenuwen weet te werken van mensen die er geen gevoel voor hebben, de onfortuinlijke zeikerds.

Vekeman maakt verbazingwekkende, hilarische zijsprongen, die toch goed passen in het geheel. Gewelddadige uitstapjes van de muziekhelden. Sterren die op overtuigende wijze een murder ballad wilden zingen moesten toch wel, in de aanstekelijke Vekemantaal, op dat gebied het zekere voor het onzekere kiezen. Ja, diverse grootheden hadden losse vuisten en trekkervingers. Er is ook veel over zelfmoord gezongen, maar de muziek weerhield de meesten van hen van de daad bij de lyrics te voegen.

Vekeman spreekt zo nu en dan de lezer aan – de gewaagde blik van de acteur in de camera. Iets wat heel goed werkt, al zeker tegen het einde wanneer hij zijn eigen beweegreden openbaart. In zijn studententijd, toen hij verkeerde in de donkerste krochten van de eenzaamheid, toen hij stiekem ook weleens dweepte met de melancholie, heeft de country hem, ‘gedeelde smart is halve smart’, nu, ja, zo’n beetje gered. Lezer, laat uw verlosser Vekeman toe met zijn leeddempende teksten. There’s No Easy Way To Die.

Guus Bauer

Christophe Vekeman – Johnny Paycheck. De Arbeiderspers, Amsterdam. € 18,99.