Een verhaal van veel verhalen

Arm, rijk, jong, oud, singles, gezinnen, Spanjaarden en immigranten: in een volksbuurt in Madrid wonen ze allemaal door elkaar. Ogenschijnlijk hebben ze niet zoveel gemeen, maar er is iets wat hen bindt: ze hebben geen van allen schuld aan de crisis en allemaal moeten ze een manier vinden om er mee om te gaan en er bovenuit te stijgen. In Kleine helden van Almudena Grandes draait het om het durven opstaan en het verschil maken.

De kracht van Kleine helden zit ten dele in Grandes stijl. Ze gebruikt lange zinnen, vaak met opsommingen, afgesloten door een kernachtige opmerking. Veel meer echter zit de kracht in de verhalen zelf. Al op de eerste pagina maakt Grandes duidelijk waar ze de lezer naar toe wil leiden: het zijn de bewoners, ‘net zo netjes of chaotisch als de huizen die ze bewonen’, die een landschap waardevol maken.

In het eerste deel beschrijft Grandes waarom de ouderen niet zo bang zijn voor de crisis. Zij kennen de armoede, de enige erfenis die veel ouders hun kinderen konden nalaten. Zij herinneren zich de angst die hun ouders overviel als een politieagent hen tegemoet kwam. Zij koesterden de foto’s van lachende jonge mensen die hun kinderen niet kenden: tantes, verloofden, nichtjes, broers, grootouders of vriendinnen en ze waren dood. Erover praten deden de ouderen niet en zo leerden de kinderen van toen niet verder te vragen over de jaren waarin al die geliefde personen, van wie niemand het levensverhaal wilde vertellen, waren gestorven. De Spanjaarden van nu, de kinderen van toen, leerden dat ze moesten vergeten. Dat het belangrijker was om vooruit te kijken in plaats van te herinneren. ‘Waarom zou je nog aan de oorlog denken, aan de honger, aan de honderdduizenden doden, aan al die ellende?’ Maar door het kwade te vergeten, vergeet je ook het goede. En dat is de reden waarom de jongeren angstiger zijn dan de ouderen. Zij zijn de banden met hun eigen verleden kwijt en hebben geen herinneringen die hen nu zouden kunnen helpen om de nieuwe armoede te trotseren.

In het tweede deel lezen we de levensverhalen van de kinderen van toen, de Spanjaarden van nu. Getroffen door de crisis zoeken ze manieren om hun leven opnieuw vorm te geven. De boodschap die Grandes geeft is positief. Niet iedereen wordt er uiteindelijk slechter van. Zo is daar Begoña, die zeker weet dat het lot gul is geweest voor de mensen om haar heen, maar dat het alles op alles heeft gezet om krenterig voor haar te zijn. Een grijs, dof filter voor haar ogen zorgt ervoor dat alles in haar omgeving lelijk wordt. Op het moment dat ze niet langer al haar wensen kan vervullen, ontdekt ze dat ze alles al heeft om gelukkig te kunnen zijn. En daar zijn de agenten Miguel en Raquel, die leren dat de grens tussen goed en kwaad kan verschuiven als het gaat om de strijd om je kinderen te kunnen voeden. Dat mededogen en menselijkheid vaak belangrijker zijn dan regels. Hulp vragen vereist veel moed, maar hulp aannemen nog veel meer, zo leren Pepe en Sofia. Ogenschijnlijk simpele boodschappen, af en toe zoet en bijna cliché, maar de manier waarop Grandes het verwoordt zorgt ervoor dat het nergens simpel wordt. Door hun zwakheden en kracht treffend te beschrijven en door scherp te reflecteren op de wereld om ons heen, weet Grandes de aandacht vast te houden en de lezer te betrekken bij een bonte stoet van gewone burgers in een volksbuurt in Madrid.

In het derde en laatste deel zien we hoe de personages zichzelf herpakken. De één is meer succesvol dan de ander, maar iedereen weet weer een weg te vinden, zelfs al brengt die weg je naar het verre Syrië, waar vrijwilligers worden gezocht om te vechten. Maar dát is volgens Grandes een heel ander verhaal, waarmee ze de lezer nieuwsgierig achterlaat.

Geertje Otten

Almudena Grandes – Kleine helden. Vertaald door Mia Buursma. Signatuur, Amsterdam. 268 blz. €19,99.