Ik ben veertien en de tijd begint te dringen

Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw reageerden jeugdauteurs op het antiautoritaire, revolutionaire maatschappelijke gedachtegoed: ze integreerden een keur aan taboeonderwerpen in hun boeken en dichtten zo de kloof tussen kind en volwassene. Sociaal gerelateerde en psychologische problemen (o.m. zelfmoord, holebiseksualiteit, eetstoornissen, racisme en rolpatronen) bepalen immers het leven van beide generaties en zijn niet langer gereserveerd voor volwassenen. Iedere nieuwe generatie worstelt met eigen taboes en de (literaire) neerslag daarvan bepaalt het veelal eenvoudige, rechtlijnige verhaalverloop van het zogenaamde ‘probleemboek’. Contemporaine jeugdboeken vormen grotendeels de neerslag van taboeonderwerpen uit onze maatschappij: opvallend vaak focussen ze daarbij op ‘sexting’, ‘grooming’ en transseksualiteit. Lisa Williamson werkte enkele jaren voor de Gender Identity Development Service in Londen, wat haar inspireerde tot het schrijven van The Art of Being Normal.

In twee alternerende verhaallijnen introduceert Williamson evenveel belevende ik-vertellers. David, van wie het leven ‘niet volgens het plot van een vrolijke tienerfilm wil verlopen’ weet al vanaf z’n achtste dat hij een meisje wil worden. Enkel z’n beste vrienden Essie en Felix zijn op de hoogte, wat David grotendeels tot Einzelgänger maakt. Ondertussen viert hij z’n veertiende verjaardag en begint de tijd – naar eigen zeggen – te dringen. De vijftienjarige Leo groeit in een marginale gezinssituatie op, draagt zorg voor z’n zusje Tia en bezoekt om een nog onduidelijke reden z’n therapeute Jenny. Wanneer David voor de zoveelste keer gepest wordt door de populaire Harry, gaat Leo met ‘m op de vuist. Het begin van een voorzichtige toenadering tussen de twee eenzaten, wat vanzelfsprekend in een hechte vriendschap uitmondt. David weet door Leo’s harde pantser te dringen, waardoor Leo voor het eerst openlijk over een onverwerkt trauma durft praten; Leo inspireert David dan weer om z’n goed bewaarde geheim met z’n ouders te delen. Het laat Williamson toe om een goedbedoelde boodschap te prediken, maar geloofwaardigheid bereikt ze er niet mee. Teveel toevalligheden volgen elkaar in sneltempo op en leiden rechtstreeks naar een overdreven geromantiseerd happy end.

Williamson integreert een keur aan potentieel problematische situaties en dito verhaallijnen, zoals de coming of age van haar protagonisten, transgender zijn, Leo’s moeilijke familiegeschiedenis, de hechte vriendschap tussen twee Einzelgänger, verliefdheid, het gemis van een afwezige vader, het leven op de middelbare school. Het vormt de ruggengraat van menige adolescentenroman, maar Williamson wil simpelweg teveel en slaagt er vervolgens niet in om het overzicht te behouden en de thema’s overtuigend uit te werken. Williamson heeft vanuit haar professionele ervaringen met transgender jongeren vooral markante feiten en gebeurtenissen in een overvolle verhaallijn samengebald. Wie is nou normaal? heeft dan ook een wijdlopige plot, wat de spanningsboog meermaals volledig onderuithaalt. Een groot stilist is aan Williamson sowieso niet verloren gegaan, al zijn enkele dialogen wel behoorlijk goed uitgewerkt.

Hoewel David en Leo beurtelings als focalisator fungeren en Williamson hun gedachten en gevoelens minutieus belicht, ontwikkelen de protagonisten zich nergens tot round characters. Hun ontwikkeling wordt te sterk in scène gezet waardoor David en Leo slechts doorzichtig typetjes blijven in een vooraf bepaald script. Bovendien is de karakterisering niet geheel vrij van vooroordelen en clichés: David heeft een obsessie voor ‘oude filmsterren’, luistert naar ‘Born This Way’ van Lady Gaga en vindt net als Leo geen aansluiting bij de peergroup.

Wie is nou normaal? ontwikkelt zich gaandeweg als een klassiek probleemboek: het gebrek aan psychologische uitdieping en het gemis aan taalrijkdom kadert in de poëtica van het genre: een eenzijdige focus op het esthetische aspect kan de ware toedracht van het lezen, met namen het overbrengen van de boodschap, belemmeren. Williamson wil overduidelijk een lans breken voor de acceptatie van transgenders: na een uitgebreide focus op de moeilijkheden waarmee deze jongeren te kampen krijgen, volgt een ongeloofwaardig snelle acceptatie door familie en vrienden. De goedbedoelde boodschap moge duidelijk zijn, maar een geslaagde young adult levert het allerminst op.

Jürgen Peeters

Lisa Williamson – Wie is nou normaal? Vertaald door Lydia Meeder en Barbara Zuurbier. Lemniscaat, Rotterdam. 310 blz. € 16.95