Om in Nederland winnaars van de Nobelprijs voor de Literatuur te treffen had je altijd de grootste kans in Rotterdam. Op Poetry International, het dichtersfestival dat sinds 1970 jaarlijks in Rotterdam wordt gehouden, traden Odysseus Elytis op (in 2000 – Nobelpijs 1979), Joseph Brodsky (1989 en 1993, maar ook al in 1974 – Nobelprijs 1987) en Seamus Heany (1996, Nobelprijs 1995).

Er waren er ook die aan Poetry deelnamen en later de Nobelprijs in de wacht sleepten: Pablo Neruda (1971, later dat jaar de prijs), Derek Walcott (1989, onderscheiden in 1992) — maar dat telt niet voor dit verhaal, want het allereerste optreden van Bob Dylan in Nederland was ook in Rotterdam — op 23 juni 1978 in De Kuip — en het zou nog ruim 38 jaar duren voordat hem de Nobelprijs voor de Literatuur werd toegekend.

Zijn eerste concert als laureaat van de Nobelprijs was vanavond in Amsterdam. Ook zonder dat hem die eer te beurt was gevallen, was ik er wel naartoe gegaan. Ik was in ‘78 in De Kuip en van de keren dat hij in de laatste 25 jaar in Nederland was, heb ik steeds één concert bijgewoond, op een of twee keer na; afwisselend in Rotterdam (Ahoy) of in Amsterdam (Heineken Music Hall, in 2015 Carré).

Op de site van de Nobelprijs wordt de toekenning van de prijs voor literatuur aan Bob Dylan zo gemotiveerd:

for having created new poetic expressions within the great American song tradition.

Daar valt nauwelijks een speld tussen te krijgen.

Als om te benadrukken hoe schatplichtig Dylan is aan die Amerikaanse songtraditie heeft hij intussen drie albums (waaronder een driedubbelalbum) uitgebracht met liedjes uit wat wel wordt genoemd ‘the American songbook’. Liedjes die ooit werden gecroond door Frank Sinatra cum suis en die stammen uit de tijd dat de uitvoerder van een song niet per se de auteur ervan was.

Bob Dylan startte zijn carrière met royale grepen uit bestaand blues- en folkrepertoire, door hem gearrangeerde traditionals van Bukka White, Blind Lemon Jefferson en Eric Von Schmidt, met verhalende teksten over de harde kant van het bestaan waarin een belangrijke rol was weggelegd voor zwervers, hoeren en moordenaars, en een eigen lied opgedragen aan Woody Guthrie (‘Song to Woody’) waarin hij zijn schatplichtigheid erkende, niet alleen aan Guthrie maar ook aan de folkzangers Cisco Houston, Sonny Terry en Leadbelly:

Here’s to Cisco an’ Sonny an’ Leadbelly too
An’ to all the good people that traveled with you
Here’s to the hearts and the hands of the men
That come with the dust and are gone with the wind

Al op zijn tweede plaat manifesteerde Dylan zich als songwriter in his own right. Op The Freewheeling Bob Dylan (1963) staan vier liedjes die klassiek zijn geworden (en waarvan hij er vanavond twee speelde): ‘Blowing in the wind’, ‘A hard rain’s a-gonna fall’, ‘Masters of war’ en ‘Don’t think twice, it’s alright’. Ze zeggen iets over de tijd waarin ze werden geschreven (de Koude Oorlog), zoals je ook liedjes hebt uit de tijd van de dust bowl en de great depression, of, om het bij poëzie te houden, zoals je de gedichten hebt van Siegfried Sassoon (en vele andere war poets) over de Eerste Wereldoorlog, en ze zeggen dat op een bijzondere, op zijn minst indringende manier.

Veel van Bob Dylans teksten zijn verhalend: ‘John Wesley Harding’, ‘George Jackson’, ‘Hurricane’, ‘Tempest’. De schrijver speelt in het verhaal zelf geen rol, maar laat wel blijken waar zijn sympathie of empathie ligt.

Bob Dylan wordt volgende maand 76; sinds het verschijnen van zijn eerste album zijn 55 jaar verstreken. We zagen vanavond iemand die na die flitsend te noemen start hoogte- en dieptepunten heeft gekend, maar die altijd bewust zijn eigen pad is blijven volgen. Dat heeft een oeuvre opgeleverd waarin het prettig schatgraven is; voor elke gelegenheid is wel een toepasselijk Dylan-citaat te vinden. Wat mij betreft is alleen een zin als:

I was so much older then, I’m younger than that now

al zo ongeveer een Nobelprijs waard, en anders wel:

You don’t need a weatherman to know which way the wind blows.

Beide zinnen bleven vanavond in Amsterdam ongezongen, maar hoeveel andere pure poëzie was er in dit concert, dat een uur en drie kwartier duurde, wel niet te horen, juist omdat Bob Dylan beter verstaanbaar was dan in menig optreden hiervoor. Dat mag ook wel eens gezegd.

Nog te zien op 17 en 18 april 20.00 uur, Afas Live, Amsterdam.

Statistieken:
Gespeeld — 21 nummers
Uit de jaren 60 — 5 nummers: 2 van The Freewheeling Bob Dylan (1963), 3 van Highway 61 revisited (1965)
Uit de jaren 70 — 1 nummer: ‘Tangled up in blue’ van Blood on the tracks (1975)
Uit de jaren 90 — 2 nummers: ‘Love sick’ van Time out of mind (1997), ‘Things have changed’ van het verzamelalbum The essential Bob Dylan (2000)
Uit de jaren 00 — 2 nummers: ‘Spirit on the water’ van Modern times (2006), ‘Beyond here lies nothing’ van Together through life (2009)
Uit het ‘Sinatra-songbook’ — 5 nummers: 2 van Shadows in the night (2015), 3 van Fallen Angels (2016)
Recent eigen werk — 6 nummers van Tempest (2012).
De uitvoering van ‘Highway 61 revisited’ van deze avond was de 1822ste keer dat het nummer live werd gespeeld. Twee nummers werden vaker gespeeld: ‘Like a rolling stone’ (1925x) en ‘All along the watchtower’ (2210x). Dit concert was het 2799ste van de Never Ending Tour die in 1988 begon, het 31ste van die tour in Nederland.

Boven: Bob Dylan (rechts) met band vanavond in Afas Live. Foto © Frank van Dijl